Organisatie van de zorg 

Bij patiënten met (vermoeden van) een luchtweginfectie mét hoesten, waarbij er een indicatie is voor een fysieke beoordeling:  

  • De patiënt draagt een chirurgisch mondneusmasker in wacht- en spreekkamer en houdt 1,5 m afstand van andere patiënten en van de zorgverlener (waar het werk dat toelaat).  
  • De zorgverlener draagt PBM zoals hieronder beschreven bij Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Zie voor instructie over goed gebruik PBM (nodig voor goede effectiviteit): NHG-Praktijkkaart Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen. 
  • Overweeg om de patiënt direct binnen te roepen, te laten wachten in een aparte wachtruimte, of aan het einde van het spreekuur te zien.  

Voor alle patiëntencontacten geldt daarnaast:  

  • Houd bij voorkeur 1,5 meter afstand.   
  • Hanteer adequate basishygiëne (persoonlijke hygiëne en handhygiëne), zie de richtlijn infectiepreventie in de huisartsen- en verloskundigenpraktijk.  
  • Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimtes waar patiënten verblijven (wacht- & spreekkamer).   
  • In het geval van een luchtweginfectie bij de zorgverlener, maakt deze een afweging of werken mogelijk is en neemt voorzorgsmaatregelen.  

Laat uw keuze voor de organisatie van zorg afhangen van de individuele situatie in uw praktijk, zoals onder andere de regionale prevalentie van infectieziekten zoals bijvoorbeeld COVID-19, het kunnen opvolgen van de basismaatregelen, het preventief gebruik van mondneusmaskers door zorgverlener en/of patiënt, kwetsbaarheid van werknemers en de druk op het spreekuur (capaciteit). Neem in uw overweging mee hoe kwetsbare patiënten zo veilig mogelijk in de huisartsenpraktijk kunnen verblijven.

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) 

De uitgangspunten voor persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) zijn gebaseerd op informatie van het RIVM, de NHG-Richtlijn Infectiepreventie in de huisartsen- en verloskundigenpraktijk en de Leidraad Persoonlijke bescherming in de (poli)klinische setting vanwege SARS-CoV-2 van FMS.  

PBM bij patiënten met een luchtweginfectie   

Draag bij patiënten met (vermoeden van) een luchtweginfectie mét hoesten: 

  • mondneusmasker (minimaal chirurgisch mondneusmasker type IIR) .  
  • <1,5 meter tevens een beschermende bril/ face shield en op indicatie wegwerphandschoenen en een beschermend schort.   

Maak, bij patiënten met andere luchtwegklachten dan hoesten, een afweging welke maatregelen nodig zijn. Draag ten minste: 

  • een chirurgisch mondneusmasker type IIR indien < 1,5 meter  . 
  • bij risicovolle handelingen1 en bij procedures die een groot risico hebben op druppelvorming/spatten een beschermende bril/ face shield en op indicatie wegwerphandschoenen en een beschermend schort.  

[1]Risicovolle handelingen zijn diagnostische of therapeutische handelingen waarbij de zorgverlener met hoge frequentie zeer dicht (<30 cm) bij het gelaat van de patiënt komt. In het bijzonder als bovendien de kans bestaat op contact met slijmvliezen in het mond-, neus-, keelgebied of waarbij handelingen hoesten of niezen mogelijk uitlokken. (Leidraad Persoonlijke bescherming in de (poli)klinische setting vanwege SARS-CoV-2 van FMS).  

Aanvullende adviezen 

  • Gebruik een mondneusmasker met een juiste pasvorm. Voer een fittest uit (zie Praktisch gebruik van PBM).  
  • Gebruik een mondneusmasker maximaal 3 uur aaneengesloten en gooi het daarna weg; verwissel het eerder als het nat is geworden.  
  • Wissel, bij gebruik van handschoenen, na elk consult de handschoenen.   
  • Pas handhygiëne toe na uittrekken handschoenen (na elke patiënt).  
  • Zet een hoestende patiënt een chirurgisch mondneusmasker op.  

FFP2-masker 

Gebruik een FFP2-masker: 

  • bij aerosolvormende handelingen, zoals reanimatie en vernevelen (zie NHG-Standaard COVID-19). 
  • bij behoefte aan een masker met een betere pasvorm 
  • in situaties waarbij er mogelijk een verhoogd risico is op het vrijkomen van zeer kleine druppeltjes, zoals bij langdurige blootstelling op een korte afstand aan een hoestende patiënt met bevestigde infectie, tijdens het luchtwegspreekuur of in een slecht geventileerde ruimte. 

Daarnaast kunnen specifieke situaties op basis van lokale of persoonlijke omstandigheden een reden zijn om voor een FFP2-masker te kiezen in plaats van een chirurgisch mondneusmasker IIR.  

  • Vanuit de huidige wetenschappelijke inzichten op het gebied van infectiepreventie volstaat vrijwel altijd een chirurgisch mondneusmasker IIR in de zorg voor personen met (vermoeden van) een luchtweginfectie, tenzij het om een (vermoeden van een) aerogeen overdraagbare infectieziekte gaat (zoals bijvoorbeeld tuberculose). Het NHG sluit hierin aan bij het RIVM en de FMS.  
  • Bij aerosolvormende handelingen wordt een FFP2-masker geadviseerd. De FMS heeft een overzicht gepubliceerd van de medische procedures die infectieuze aerosolen genereren met SARS-CoV-2.  
  • In situaties waarbij er mogelijk een verhoogd risico is op het vrijkomen van zeer kleine druppeltjes, zoals bij langdurige blootstelling op een korte afstand aan een hoestende patiënt met bevestigde SARS-CoV-2-infectie, is een mondneusmasker type FFP2 te overwegen. 
  • Specifieke situaties op basis van lokale of persoonlijke omstandigheden kunnen een reden zijn om voor een FFP2 masker te kiezen in plaats van een chirurgisch mondneusmasker IIR. 

Verschil tussen chirurgisch mondneusmasker IIR en FFP2-masker:

  • De mate van bescherming van de verschillende type mondneusmaskers hangt af van een aantal factoren: het filtratievermogen en de doorlaatbaarheid voor vocht en deeltjes, de pasvorm en het dragercomfort en noodzakelijk gedrag voor correct gebruik. 

Filtratie en het weren van vocht:

Een goede pasvorm en juist gebruik van een mondneusmasker zijn van groot belang. De pasvorm kan een reden zijn om voor een FFP2 masker te kiezen in plaats van een chirurgisch mondneusmasker IIR (zie voor het testen van de juiste pasvorm hieronder bij ‘Praktisch gebruik van PBM‘). 

Een van de belangrijkste voorwaarden aan een mondneusmasker (zowel chirurgische als FFP2 mondneusmaskers) is dat het goed aansluit op het gezicht zodat er nauwelijks ongefilterde lucht naar binnen stroomt. Een niet goed aansluitend mondneusmasker wordt tevens vaker aangeraakt waardoor contaminatie van de handen kan optreden. 

Een mondneusmasker is onderdeel van een pakket aan infectiepreventiemaatregelen. Iedere maatregel vraagt een goede naleving voor het beoogde effect van deze combinatie van de maatregelen. Goed gebruik vraagt discipline en verkeerd gedrag sluipt er makkelijk in, bijvoorbeeld als de werkdruk hoog is. Ook in het contact met collega’s, bijvoorbeeld tijdens pauzes of overlegmomenten, is in sommige situaties het dragen van een mondneusmasker en voldoende afstand houden van belang.  

Factoren die specifiek van belang zijn bij correct gebruik van een mondneusmasker: 

  • het op de juiste momenten dragen van een masker
  • het tijdig vervangen van een masker
  • het masker goed op en af zetten
  • het masker niet verschuiven, niet (tijdelijk) onder de kin dragen en niet de neus (tijdelijk) onbedekt laten

PBM bij patiënten zonder luchtweginfectie   

  • Draag PBM bij risicovolle handelingen1en bij procedures die een groot risico hebben op druppelvorming/spatten: 
    • chirurgisch mondneusmasker type IIR en beschermende bril/ face shield  
    • eventueel wegwerphandschoenen en beschermend schort  
  • Ook in andere situaties dan hierboven genoemd, kan een zorgverlener besluiten tot het preventief dragen van een mondneusmasker < 1,5 meter bij patiënten zonder luchtwegklachten. Dit is afhankelijk van de situatie op dat moment, zoals de aard van de klachten van de patiënt (bijvoorbeeld koorts e.c.i.), de regionale prevalentie van een infectieziekte of de kwetsbaarheid van de zorgverlener zelf.   

[1]Risicovolle handelingen zijn diagnostische of therapeutische handelingen waarbij de zorgverlener met hoge frequentie zeer dicht (<30 cm) bij het gelaat van de patiënt komt. In het bijzonder als bovendien de kans bestaat op contact met slijmvliezen in het mond-, neus-, keelgebied of waarbij handelingen hoesten of niezen mogelijk uitlokken. (Leidraad Persoonlijke bescherming in de (poli)klinische setting vanwege SARS-CoV-2 van FMS).  

PBM bij zorgverlener met een luchtweginfectie   

Indien een zorgverlener met milde klachten van een luchtweginfectie in de huisartsenpraktijk komt werken: draag continu (minimaal) een chirurgisch mondneusmasker type IIR en pas adequate basishygiëne toe (persoonlijke hygiëne en handhygiëne).  

Praktisch gebruik van PBM 

  • Zie voor instructie over goed gebruik PBM (nodig voor goede effectiviteit): 
  • Pas na het uittrekken van de PBM altijd handhygiëne toe.  
  • Voer alle disposables na gebruik af als restafval in een goed afgesloten plastic zak.  
  • Reinig en desinfecteer het niet-disposable instrumentarium en de face shield of de beschermende bril na gebruik. Alcohol kan de coating van de bril beschadigen. Check daarom de gebruiksaanwijzing van uw beschermende bril of reiniging en desinfectie op een andere manier moet plaatsvinden. Was beschermende kleding voor meermalig gebruik op een temperatuur van ten minste 60 °C. 

Mondneusmasker: 

  • Zorg, om lekkage te voorkomen, voor een gladgeschoren huid en controleer voor gebruik altijd of een masker goed aansluit op uw gezicht middels de fit-test (zie hieronder). 
  • Dat een mondneusmasker niet goed aansluit op het gezicht, is vaak het gevolg van de koordjes of elastieken waarmee het masker vastzit achter de oren of het achterhoofd. Dit houdt verband met de vorm en grootte van het hoofd van de maskerdrager. De pasvorm en daarmee de kwaliteit, verschilt hierdoor per persoon. 
  • Het gebruik van klemmetjes bij de koordjes of neus kan een (beter) aansluitende pasvorm geven. Indien een model niet passend is, gebruik dan een masker van een andere producent of ander soort masker. 

Fit-test masker (RIVM): 

  1. Plaats masker, druk buigzame rand goed om neus 
  2. Indeuken bij inademing 
  3. Uitdeuken bij uitademing 
  4. ‘Voel’ of het masker goed afsluit en geen lekkage vertoont 

Eisen persoonlijke beschermingsmiddelen 

Persoonlijke beschermingsmiddelen moeten aan de volgende eisen voldoen: 

  • Een chirurgisch mondneusmasker moet voldoen aan norm NEN-EN 14683, type IIR (niet-vochtdoorlatende variant). 
  • FFP2-masker/FFP1-masker. Een ademhalingsbeschermingsmasker moet voldoen aan norm NEN-EN 149 + A1. 
  • Veiligheidsbril. Een veiligheidsbril voldoet aan de norm NEN-EN 166, waarbij ook de zijkanten beschermd zijn tegen spatten of spuiten (veiligheidsbril). 
  • Face shield: Het scherm behoort de zijkanten en de gehele lengte van het gezicht te bedekken. 
  • Een beschermend schort. Een wegwerpschort met lange mouwen, een halterschort over kleding met korte mouwen in combinatie met goede handhygiëne of een (dokters)jas met lange mouwen, mits deze na gebruik wordt gewassen op 60 graden). 
  • Wegwerphandschoenen: 
    • Gebruik handschoenen met een CE-markering (minimaal categorie II) volgens de Europese richtlijn persoonlijke beschermingsmiddelen (89/686/EEG) (1) én volgens het Besluit Medische Hulpmiddelen (= Europese richtlijn 93/42/EEG) (5). 
    • Gebruik handschoenen die wat betreft functionaliteit en veiligheid voldoen aan de volgende drie normen:
      • NEN-EN 420 +A1 én 
      • NEN-EN 374-1, 2 (met een AQL van 1,5 of lager (= prestatieniveau 2) én 
      • NEN-EN 455-1, 2, 3, 4
  • Gebruik latexvrije en poedervrije wegwerphandschoenen, bij voorkeur van hypoallergeen materiaal. 

Infectiepreventie in de huisartsenpraktijk 

Meer informatie over gebruik van mondneusmaskers vindt u in het document Persoonlijke beschermingsmiddelen – voorbeeldwerkafspraak.

Meer informatie en totstandkoming  

De adviezen over infectiepreventie in de huisartsenpraktijk in dit dossier, specifiek gericht op persoonlijke beschermingsmiddelen bij luchtweginfecties, zijn aanvullend op de richtlijn infectiepreventie in de huisartsen- en verloskundigenpraktijk. Dit onderdeel wordt meegenomen bij de herziening van de richtlijn infectiepreventie in de huisartsenpraktijk.  

Het NHG heeft bij het opstellen van deze adviezen afgestemd met de LHV, InEen, het RIVM, andere beroepsorganisaties, en zo nodig met advies van externe experts.