“Het NHG kan de huisarts helpen met het afbakenen van de taken”
Kwalitatief goede richtlijnen zijn voor de huisartsenzorg heel belangrijk, omdat ze een houvast geven en zorgen voor uniformiteit. We oefenen het vak daardoor allemaal min of meer op dezelfde manier uit – dat geeft vertrouwen dat je het goede doet. Om mijn werk goed te kunnen uitvoeren, is praktische informatie nodig die up-to-date is en gebaseerd is op wetenschappelijk onderzoek en de laatste stand van de wetenschap. Ik verwacht van de NHG-richtlijnen dat ze onafhankelijk zijn, dus niet beïnvloed door belangen van verzekeraars of andere zorgpartijen.
Huisartsen zijn probleemoplossers – wat op hun bureau komt, willen ze oplossen. Het NHG heeft ook een rol ter bescherming van huisartsen. Huisartsen zijn net als andere artsen tuchtrechtelijk aansprakelijk. Het NHG kan helpen die tuchtrechtelijke aansprakelijkheid te beperken door daar bij de opstelling van de richtlijnen rekening mee te houden.
Door de taken en verantwoordelijkheden van de huisartsen niet te veel uit te breiden, maar juist af te bakenen en dat expliciet in de richtlijnen te benoemen. Want er staat vaak in wat wél moet, maar eigenlijk zelden wat er niet hoeft.