Wie ben je?

Ik heb sociologie gestudeerd, ben senior onderzoeker bij het Nivel en emeritus hoogleraar ‘Sociale en geografische aspecten van gezondheid en zorg’ aan de Universiteit Utrecht.

De nadruk van mijn onderzoeken ligt op de organisatie van de zorg in de eerste lijn. Dit doe ik op basis van gegevens die we tijdens grote internationale projecten verzamelen.

Peter Groenewegen Lid Raad van Toezicht

We combineren informatie over het gezondheidszorgsysteem, gegevens over huisartsen, hun praktijken en de ervaringen en uitkomsten van de zorg naar het oordeel van patiënten.

Vaak gaat het ook over Nederland in vergelijking met andere Europese landen. Op het ogenblik werk ik mee aan een groot onderzoek voor de OECD, waaraan ook Nederlandse huisartsen meedoen. 

Ik draag graag bij aan het NHG, omdat het dé inhoudelijke beroepsorganisatie is. In de loop van de tijd heeft het innovatieve dingen ontwikkeld; daar zijn beroepsorganisaties in andere landen jaloers op.

Wat is er zo leuk aan onderzoek doen?   

Ik heb het grootste deel van mijn leven onderzoek in de gezondheidszorg gedaan – vanaf 1976 toen ik student-assistent werd bij het Nederlands Huisartsen Instituut, de voorloper van het Nivel en ooit opgericht als het wetenschappelijk instituut van het NHG.  

Het uitzoeken hoe de zorg werkt en het analyseren van gegevens over gezondheid en zorg blijf ik fascinerend vinden. Nadat ik een periode directeur van het Nivel ben geweest, heb ik bedacht dat ik weer gewoon onderzoek wilde doen. Vooral het internationale onderzoek helpt me de Nederlandse gezondheidszorg in perspectief te zien.  

Waarom ben je toezichthouder van het NHG geworden? 

Rond 1980 heb ik voor het eerst iets voor het NHG gedaan (een beschrijving van het toenmalige ledenbestand met het oog op de ledenwerving). Later heb ik onderzoek gedaan waarin we de NHG-standaarden gebruikten om kwaliteitsindicatoren voor het huisartsenwerk te onderzoeken.

Ik heb het NHG dus over een lange periode vanuit mijn rol als onderzoeker kunnen volgen. Nu heb ik de kans om op een andere manier aan het NHG bij te dragen. Dat doe ik graag, omdat het NHG de inhoudelijke beroepsorganisatie is en in de loop van de tijd heel innovatieve dingen heeft ontwikkeld; daar zijn beroepsorganisaties in andere landen jaloers op.