Ondanks het bevolkingsonderzoek krijgen in Nederland 900 patiënten per jaar baarmoederhalskanker. De helft van hen was onvoldoende of nooit gescreend. 30- tot 45-jarigen behoren tot de grootste risicogroep. Nog steeds overlijden jaarlijks 200 mensen aan baarmoederhalskanker. Alertheid in de spreekkamer blijft daarom belangrijk om deze sterfte terug te dringen.

Indicatief uitstrijkje

Laat bij de volgende signalen altijd een indicatief uitstrijkje maken:

  • spotting (bij pilgebruik)
  • contactbloedingen
  • onregelmatig bloedverlies
  • postmenopauzaal bloedverlies
  • onverklaarde fluorklachten
  • zichtbare afwijkingen op de cervix

Klachten? Altijd celbeoordeling, ook zonder hrHPV

Wanneer uw patiënt klachten heeft, laat u het uitstrijkje niet alleen testen op de aanwezigheid van hrHPV, maar laat u ook de cellen beoordelen. Dit kan alleen met behulp van een indicatief uitstrijkje. Laat de cellen dus ook bij afwezigheid van hrHPV beoordelen.

Bij een indicatief uitstrijkje handelt u als volgt:

  • U stuurt het uitstrijkje niet als bevolkingsonderzoekuitstrijkje in, maar als indicatief uitstrijkje.
  • U stuurt het uitstrijkje naar uw regionale laboratorium. Daarvoor zijn nodig:
    • aparte formulieren
    • apart verpakkingsmateriaal
    • soms ander afnamemateriaal

Des-dochters

DES-dochters hebben een hoge kans op baarmoederhalskanker, ook zonder hrHPV-besmetting. Het advies luidt om deze indicatieve screening tweejaarlijks te verrichten door middel van cytologie, die tegelijk van zowel de cervix als de vagina wordt afgenomen. Dit onderzoek kan eventueel bij de huisarts plaatsvinden.

DES-dochters worden laagdrempelig verwezen naar de gynaecoloog: iedereen met een Pap anders dan 0 of 1 krijgt een verwijzing, ongeacht de hrHPV-status.

Meer informatie

Zie de betreffende NHG-Standaarden voor meer informatie over het beleid bij vaginaal bloedverlies of afwijkende fluor: