Gynaecologisch of inwendig onderzoek is voor sommigen meer beladen dan voor anderen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan mensen met:

  • vaginisme
  • genderdysforie
  • een negatieve seksuele ervaring
  • negatieve ervaringen met eerder gynaecologisch onderzoek of rondom zwangerschap/bevalling

Een negatieve reactie kan op verschillende momenten getriggerd worden. Het is niet altijd vooraf te voorspellen hoe de patiënt op het onderzoek zal reageren. Het is goed te beseffen hoe beladen deze situatie kan zijn. Blijf contact houden met de patiënt en om consent vragen. Vraag in elk geval om consent bij de eerste aanraking, bij het inbrengen van het speculum en bij uitingen van verkramping/ ongemak. Plan extra tijd in, zodat het onderzoek in alle rust uitgevoerd kan worden.

Overweeg om de gynaecologische zorg voor deze groepen patiënten binnen de praktijk bij 1 collega te beleggen (bij voorkeur een huisarts) die hier affiniteit mee heeft.

Seksueel gedrag en risico op HPV

Het is een valkuil om mensen die nooit penetratieve seks gehad hebben, automatisch als laag risico in te schatten. HPV kan namelijk vanuit het uitwendige anogenitale gebied opstijgen naar de baarmoe- dermond. HPV kan verkregen worden door zowel penetratieve seks als contact met vingers of speeltjes. Er is casuïstiek beschreven van vrouwen die HPV-gerelateerde baarmoederhalskanker gekregen hebben zonder ooit penetratieve seks gehad te hebben.

De hypothese is dat het risico op een HPV-besmetting lager is bij mensen die nooit penetratieve seks hebben gehad, dan bij mensen die dat wel hebben gehad. Hoe veel lager dat risico is, is niet bekend. Het advies luidt om ook in deze doelgroep HPV-screening uit te voeren binnen het bevolkingsonderzoek.

Wel of geen uitstrijkje

Bespreek met patiënten met een beladen gynaecologische situatie of het noodzakelijk is om een uit- strijkje te doen. Overweeg om in eerste instantie alleen een HPV-test uit te voeren en een uitstrijkje te doen wanneer er sprake blijkt van een hrHPV-besmetting.

Voor het testen van HPV kan de ZAS een goede oplossing zijn (zie hoofdstuk 3). Dit onderzoek kan de patiënt in alle rust in de eigen vertrouwde omgeving zelf uitvoeren. De huidige ZAS heeft het formaat van een wattenstok. Deze moet wel voldoende diep ingebracht kunnen worden.

Overleg eventueel met een (gender-)gynaecoloog wanneer de ZAS niet haalbaar is, of het niet lukt een uitstrijkje te maken. Bij eventuele afname in het ziekenhuis vallen de kosten hiervoor binnen de Zorg- verzekeringswet en het eigen risico.

Bij klachten luidt het advies om voor een indicatief uitstrijkje te kiezen, en niet voor een ZAS/HPV-test.

Genderdysforie

Bij mensen met genderdysforie kan de dysforie diep genesteld zijn in het genitaal. Aanraking of inwendig onderzoek kan de dysforie hevig triggeren. Blijf tijdens het uitvoeren van het onderzoek contact houden en om consent vragen. Bouw veel pauzemomenten in, en stap niet over de dysforie heen. Plan een nieuwe afspraak voor een volgende poging wanneer het onderzoek niet lukt. Of overleg over een verwijzing naar een gendergynaecoloog.

Gynaecologisch onderzoek bij testosterongebruik

Wanneer de patiënt testosteron gebruikt, kan dit gevolgen hebben voor het genitaal gebied. Er kan sprake zijn van clitorale vergroting – de mate daarvan verschilt per persoon. Daarnaast is het vagina- wandslijmvlies kwetsbaar en bloedt het makkelijk. Histologisch is het slijmvlies atrofisch. Macrosco- pisch zijn er stevigere rugae en is er sprake van toegenomen, niet-functionele vascularisatie. Testosterongebruik veroorzaakt weinig tot geen verandering in de baarmoedermond. Vaak is er sprake van bekkenbodemhypertonie.

Chirurgische behandeling

Er zijn verschillende vormen van genderbevestigende operaties bij transgender personen. Op gynaecologisch gebied kan dit een baarmoeder- en/of eierstokverwijdering betreffen, eventueel in combinatie met verwijdering van de vaginaholte. Bij genitale chirurgie kan er gekozen worden voor het creëren van een neofallus, met of zonder plasbuisverlenging. Bij sommige vormen van genitale chirurgie blijven de gynaecologische organen aanwezig en blijven (preventieve) zorg en screening van de gynaecologische organen noodzakelijk. U kunt patiënten erop wijzen dat ze zich bij de screeningsorganisatie eenmalig kunnen aanmelden om oproepen te krijgen via het bevolkingsonderzoek.

Overleg laagdrempelig met of verwijs naar een gynaecoloog binnen het genderteam voor vragen op gynaecologisch gebied.