Versie 1.0 | Vastgesteld op 25 november 2024 | Gepubliceerd op: 6 februari 2025
Leeswijzer
In deze NHG-Praktijkhandleiding worden praktijkadviezen en praktische handvatten geboden voor de organisatie en implementatie van online inzage in de huisartsenpraktijk.
We beschrijven eerst de impact van online inzage op de huisartsenpraktijk, daarna gaan we dieper in op de voor- en nadelen en op het inbedden van online inzage in de werkwijze. Vervolgens staan we stil bij de vragen en verzoeken aan de praktijk als gevolg van online inzage en geven we adviezen om de nadelen te minimaliseren en voordelen te benutten. Als laatste worden er adviezen gegeven voor als je online inzage wil stimuleren, zowel binnen de organisatie als bij patiënten.
Wil je meer verdieping? Lees dan ook de uitgebreide achtergrondinformatie over de ontwikkelingen van online inzage in de huisartsenpraktijk, het patiëntenportaal, een persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO), wet- en regelgeving en randvoorwaarden.
Definities
Een kopie van (een deel van) het medisch dossier dat de zorgverlener over de patiënt bijhoudt.
Achtergrond: Een patiënt heeft conform de WGBO recht op een afschrift van het medisch dossier. Een uitzondering geldt daar waar de persoonlijke levenssfeer van een ander dan de patiënt hierdoor wordt geschaad, en als diens belang een overwegend karakter heeft.
Aanvullende dienst die zorgverleners aanbieden aan patiënten om de kwaliteit van de zorgverlening te verbeteren met behulp van digitale toepassingen.
Achtergrond: Deze zorgdiensten dragen bij aan de verbetering van de zorgkwaliteit door de toegang tot zorg te bevorderen, de efficiëntie te verhogen, de communicatie eenvoudiger te maken en de betrokkenheid van de patiënt te vergroten, met behoud van veiligheid voor de patiënt. Digitale zorgdiensten zijn onderdeel van het primaire zorgproces en moeten daarom voldoen aan zorgspecifieke wet- en regelgeving.
Voorbeelden van digitale zorgdiensten zijn online inzage, e-consult, online afspraken, het aanbieden van zelfmetingen en digitaal herhaalrecepten aanvragen.
Een kopie van (een deel van) het medisch dossier dat de zorgverlener over de patiënt bijhoudt dat elektronisch is verstrekt.
Achtergrond: Sinds 1 juli 2020 is de huisarts verplicht om conform de Wabvpz kosteloos en zo snel mogelijk (in ieder geval binnen een maand) een elektronisch afschrift van het medisch dossier te geven als een patiënt daar om vraagt. Een uitzondering geldt waar de persoonlijke levenssfeer van een ander dan de patiënt hierdoor wordt geschaad, en als diens belang een overwegend karakter heeft.
Verstrekken van een elektronisch afschrift kan bijvoorbeeld in de vorm van een pdf-bestand dat de zorgverlener via veilige mail, of op een beveiligde USB-stick verstrekt aan de patiënt. In plaats van een elektronisch afschrift wordt ook wel gesproken van een digitaal afschrift.
Het door de patiënt in elektronische vorm kunnen inzien van (een deel van) het medisch dossier dat de zorgverlener over de patiënt bijhoudt.
Achtergrond: Sinds 1 juli 2020 is de huisarts verplicht om conform de Wabvpz kosteloos elektronische inzage in het medisch dossier te geven als een patiënt daar om vraagt. Een uitzondering geldt waar de persoonlijke levenssfeer van een ander dan de patiënt hierdoor wordt geschaad, en als diens belang een overwegend karakter heeft.
Een huisarts kan elektronische inzage geven door een elektronisch afschrift te maken en aan de patiënt te geven of door online inzage te geven.
De verzameling van gegevens over de gezondheid en behandeling van de patiënt die de zorgverlener noodzakelijk vindt voor een ‘goede zorgverlening’.
Het door de patiënt op elk gewenst moment en zonder tussenkomst van een zorgverlener digitaal kunnen inzien van een tussen NHG en Patiëntenfederatie afgesproken set gegevens uit het medisch dossier dat de zorgverlener over deze patiënt bijhoudt.
Achtergrond: Wettelijk is niet bepaald dat een patiënt recht heeft op online inzage van (een deel van) het medisch dossier dat de zorgverlener over hem bijhoudt.
Een beveiligde online omgeving van waaruit de zorgverlener de patiënt toegang kan geven tot online inzage.
Achtergrond: Via dit portaal kan naast online inzage veelal ook gebruik gemaakt worden van andere digitale zorgdiensten en online informatie over zorg en gezondheid.
Een beveiligde online omgeving, waarin patiënten toegang kunnen krijgen tot informatie over de eigen gezondheid vanuit meerdere zorginformatiesystemen, en waar ze deze informatie kunnen verzamelen, beheren en aanvullen.
Achtergrond: Een PGO kan medische gegevens uit meerdere zorginformatiesystemen ophalen: van het ziekenhuis, de huisarts, de apotheek en andere zorgverleners. Op deze manier houdt de patiënt grip op de gegevens over bijvoorbeeld behandeling, laboratoriumuitslagen en medicatie.
Inleiding
Online inzage is het door de patiënt op elk gewenst moment en zonder tussenkomst van een zorgverlener digitaal kunnen inzien van een set gegevens uit het medisch dossier dat de zorgverlener over deze patiënt bijhoudt.
Bijna alle huisartsenpraktijken bieden online inzage aan. Daarmee is online inzage een gangbare digitale zorgdienst met als voornaamste doel de patiënt de gelegenheid te bieden een consult voor te bereiden en de gegeven informatie en afspraken na te lezen.
Belangrijkste aandachtspunten
- Online inzage is een van de digitale zorgdiensten, naast het verstrekken van een elektronisch afschrift en elektronische inzage.
- Online inzage heeft zowel voor- als nadelen.
- Om optimaal gebruik te maken van online inzage is het belangrijk na te denken over de manier waarop online inzage kan worden ingebed in de dagelijkse werkwijze.
- Online inzage kan de betrokkenheid van de patiënt verhogen door een overzichtelijk dossier, een leesbaar dossier, het delen van voorlichtingsmateriaal en goede communicatie bij aanvullend onderzoek.
- Online inzage kan leiden tot principiële vragen en verzoeken die bijvoorbeeld betrekking hebben op de inhoud van het dossier, het bewaken van het beroepsgeheim en veiligheid van data, waarvoor praktische adviezen en handvatten worden gegeven.
- Wil de praktijk dat meer patiënten gebruikmaken van online inzage en dit ook vaker doen, dan is het belangrijk om hier aandacht aan te besteden binnen de huisartsenorganisatie en richting de patiënt.
Welke informatie is online ter inzage?
De Patiëntenfederatie Nederland en het Nederlands Huisartsen Genootschap hebben samen afspraken gemaakt over online inzage in het huisartsendossier en deze beschreven in de Richtlijn online inzage in het H-EPD door patiënt. Deze richtlijn beschrijft specifiek een set van relevante gegevens die de patiënt nodig heeft om het contact met de zorgverlener goed voor te bereiden en het besprokene te kunnen nalezen.
Patiënten kunnen met online inzage terugkijken vanaf 1 juli 2020. Bekijk welke gegevens ter inzage zijn in de richtlijn “Online inzage in het H-EPD door patiënt” Bijlage 1 ‘Uitgebreide uitleg over de onderdelen die online ter inzage zijn.’
Wat is niet inzichtelijk bij online inzage?
Zowel persoonlijke aantekeningen van de zorgverlener als gegevens uit medische dossiers die andere zorgverleners bijhouden over de patiënt, zijn niet inzichtelijk via online inzage bij de huisarts. Lees in het overzicht hieronder meer over persoonlijke aantekeningen en gegevens uit medische dossiers die andere zorgverleners bijhouden.
Een enkele keer hebben zorgverleners de behoefte om, al dan niet tijdelijk, iets vast te leggen wat ze (nog) niet met anderen willen delen of hebben gedeeld, bijvoorbeeld een vermoeden van kanker of van huiselijk geweld. De zorgverlener wil eerst meer informatie en/of aanwijzingen verzamelen. Daarvoor zijn persoonlijke aantekeningen bedoeld.
Een persoonlijke aantekening bevat een werkaantekening van de zorgverlener. Op juridische gronden zijn de persoonlijke aantekeningen alleen door de invoerder zelf in te zien, te wijzigen en te verwijderen.
Persoonlijke aantekeningen zijn geen onderdeel van het medisch dossier en:
- zijn niet ter inzage voor de patiënt;
- zijn niet ter inzage voor andere zorgverleners of andere medewerkers in de praktijk;
- gaan niet mee in berichten naar de huisartsenpost;
- gaan niet mee bij elektronische verwijzing;
- gaan niet mee bij verhuizing van het hele dossier naar de volgende huisarts.
Als de zorgverlener meent dat de informatie in de persoonlijke aantekening ook voor andere zorgverleners essentieel is om goede zorg te kunnen verlenen, neemt de zorgverlener die informatie op in het medisch dossier. Daarmee wordt de informatie ook inzichtelijk voor de patiënt.
Persoonlijke aantekeningen vervallen:
- bij het overlijden van de patiënt;
- bij het vertrek van de zorgverlener uit de praktijk (bijvoorbeeld bij pensioen).
Alleen de gegevens uit het medisch dossier dat de eigen huisarts bijhoudt, zijn ter inzage. Gegevens van andere partijen, bijvoorbeeld de huisartsenpost, zijn alleen ter inzage voor zover ze zijn gedeeld met de eigen huisarts, en voor zover de eigen huisarts deze gegevens heeft overgenomen in het medisch dossier dat wordt bijgehouden over de patiënt.
Uit vragenlijstonderzoek dat in 2021 uitgevoerd werd onder 3.400 patiënten, bleek dat in totaal 81% van alle deelnemers gebruik wilde maken van online inzage. De gebruikers bekeken voornamelijk uitslagen, hun medicijnoverzicht en verslagen van consulten. Van de gebruikers was 69% tevreden of erg tevreden met online inzage, 25% neutraal, en 5% ontevreden of erg ontevreden.
Wie bepaalt of en hoe er gebruik wordt gemaakt van online inzage?
Patiënten beslissen zelf of ze gebruik willen maken van online inzage. De zorgverlener kan de patiënt ondersteunen bij deze keuze door informatie te geven over de voor- en nadelen van online inzage.
De patiënt kan kiezen voor inzage via een patiëntenportaal of persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO). De zorgverlener kan ook hierbij ondersteunen door informatie te verstrekken over de verschillen tussen een patiëntenportaal en een PGO.
Daarnaast kan de zorgverlener toelichting geven op het specifieke patiëntenportaal dat via de eigen praktijk wordt aangeboden en de eventuele extra digitale zorgdiensten (zoals een online herhaalrecept aanvragen of een e-consult) in het patiëntenportaal.
Wil je meer weten over het verschil tussen een patiëntenportaal en PGO? Lees dan de uitgebreide achtergrondinformatie over online inzage.
Veranderingen in de huisartsenpraktijk door online inzage
Sinds de invoering van online inzage in de huisartsenpraktijk zijn er meerdere effecten waargenomen. Deze effecten zijn tijdens het implementatieproject OPEN middels onderzoek in kaart gebracht. Wil je meer weten over de resultaten van OPEN? Lees dan de uitgebreide achtergrondinformatie over online inzage.
Belangrijkste waargenomen effecten
- Online inzage kan leiden tot veranderingen in dossiervoering
- Patiënten kunnen meer betrokken raken bij de inhoud van het patiëntendossier
- Patiënten kunnen meer betrokken raken bij de behandeling
- Het zorgproces in de praktijk kan veranderen
- De relatie tussen zorgverlener en patiënt kan veranderen
- Er kunnen meer vragen gesteld worden over de veiligheid van de gegevens in het patiëntendossier en de bewaking van het beroepsgeheim.
De eerste 5 effecten kunnen zowel positieve als negatieve gevolgen hebben, alleen het laatste punt is als negatief effect ervaren. Hieronder geven we een korte toelichting op de positieve en negatieve effecten die op de hierboven genoemde vlakken kunnen optreden.
Positieve en negatieve effecten
Positieve effecten
Het feit dat zorgverleners beseffen dat de patiënt kan meelezen, kan leiden tot bewustere dossiervoering. Online inzage in het medisch dossier door patiënten zorgt in de meeste gevallen voor een verbetering van de kwaliteit van verslaglegging. Onderzoek laat zien dat praktijkhouders/-managers steeds vaker aangeven dat patiëntendossiers door online inzage vollediger, actueler en begrijpelijker zijn geworden.
Negatieve effecten
Het feit dat zorgverleners beseffen dat de patiënt kan meelezen, kan ook nadelig uitpakken voor de kwaliteit van verslaglegging. De zorgverlener kan bijvoorbeeld terughoudend zijn bij het registreren van vermoedens (bijvoorbeeld bij kindermishandeling) of differentiaal diagnostische overwegingen die nog niet uitgebreid met de patiënt zijn besproken, terwijl deze informatie wel van belang is voor goede zorg. Als de zorgverlener ervoor kiest om deze informatie (tijdelijk) weg te laten uit het medisch dossier, is dat onjuist.
Soms geeft een patiënt aan het niet eens te zijn met de inhoud van het dossier, terwijl de informatie wel onderbouwd en correct is. Het betreft hier een verschil van inzicht of belang tussen zorgverlener en patiënt. Als de zorgverlener er in deze situatie voor kiest om het dossier aan te passen naar de wens van de patiënt of door de patiënt wordt verplicht een deel van het dossier te verwijderen, gaat relevante informatie verloren. Dit leidt tot een onvolledig dossier, wat de kwaliteit van zorg negatief kan beïnvloeden.
Positieve effecten
Patiënten kunnen een actievere rol spelen bij het correct en up-to-date houden van het dossier, doordat ze fouten en omissies kunnen detecteren.
Negatieve effecten
Een patiënt kan door online inzage niet alleen daadwerkelijke fouten of omissies signaleren, er kan echter ook sprake zijn van verschil van inzicht. Dit kan leiden tot discussie (meer werk) en mogelijk tot onenigheid (verslechtering van vertrouwensrelatie).
Positieve effecten
Onderzoek toont aan dat 90% van de patiënten interesse heeft in persoonlijke medische gegevens. De mogelijkheid tot online inzage geeft de patiënt meer opties om betrokken te zijn bij de behandeling; wat leidt tot betere zorg.
Doordat patiënten voorafgaand aan een consult in het online dossier gegevens kunnen bekijken, hebben zij de mogelijkheid om meer inzicht te krijgen in de eigen gezondheid. Hierdoor zijn patiënten beter geïnformeerd en kunnen ze zich beter voorbereiden op een consult.
Goed geïnformeerde patiënten kunnen tijdens het consult bewuster zijn van en eventueel kritischer meedenken met de mogelijke behandelopties en voorgestelde zorg. Online inzage kan zo de gedeelde besluitvorming vergemakkelijken en samen beslissen ondersteunen. Dit kan ervoor zorgen dat de patiënt steeds meer een actieve gesprekspartner van de zorgverlener wordt.
Na een consult wordt tussen 40 tot 80% van de informatie direct vergeten. Doordat patiënten na afloop van een consult in het online dossier gegevens kunnen bekijken, kunnen ze de gemaakte afspraken nalezen. Dit is voor de patiënt een groot voordeel. Een aangetoond effect van online inzage is een toename van therapietrouw. Ook helpt het bij het stimuleren van zelfzorg door patiënten.
Negatieve effecten
Sommige patiënten maken zich zorgen over de informatie die via online inzage beschikbaar is. Voor een deel van de patiënten is de medische informatie mogelijk moeilijk te begrijpen. Voor een deel van de patiënten is de informatie te veel, waarbij er mogelijk verwacht wordt dat de patiënt dit allemaal tot zich neemt.
Huisartsen zijn bezorgd dat patiënten ongerust of bang kunnen worden van het lezen van bijvoorbeeld uitslagen en deze zelf (verkeerd) interpreteren, zonder dat dit mondeling toegelicht kan worden.
Positieve effecten
Een beperkt aantal praktijken geeft aan dat bepaalde taken afnemen, zoals het beantwoorden van telefonische vragen.
Negatieve effecten
Een meerderheid van de praktijken heeft tijdens de implementatie van online inzage een toename ervaren in het aantal administratieve handelingen door online inzage. Huisartsenpraktijken ervaren dat er vragen worden gesteld over de werking van online inzage. Vragen over de inhoud van het dossier (diagnostiek, episodelijsten en medicatielijsten) leiden blijvend tot meer contacten en daarmee tot een grotere werkbelasting.
Verder onderzoek is nodig om beter inzicht te krijgen in de feitelijke oorzaken en gevolgen.
Positieve effecten
Patiënten geven aan dat online inzage hen meer vertrouwen geeft in de huisarts door de openheid van gegevens. In de meeste gevallen draagt online inzage bij aan een toename in de tevredenheid over de zorgrelatie.
Negatieve effecten
Huisartsen maken zich zorgen dat online inzage de behandelrelatie kan schaden omdat nuances niet meekomen, of omdat de patiënt het niet eens is met de (feitelijke correcte) inhoud van het dossier.
Huisartsen maken zich zorgen dat derden gegevens willen inzien of om gegevens vragen bij de patiënt. Ze willen patiënten behoeden voor het ervaren van dwang bij het verstrekken van medische gegevens aan derden.
Patiënten zijn bezorgd over de veiligheid van het gegevenssysteem, met name over het risico op datalekken.
Online inzage inbedden in de werkwijze
Met online inzage kan de patiënt meelezen in onderdelen van het medisch dossier. Dit geeft de patiënt de gelegenheid om een consult voor te bereiden en gegeven informatie en afspraken na te lezen. Daarnaast kan online inzage ook helpen om de patiëntbetrokkenheid te vergroten.
Voor de huisarts is het proces van online inzage grotendeels geautomatiseerd. De huisarts noteert gegevens in een specifiek patiëntendossier en de patiënt heeft inzage in een deel van deze gegevens. Eenmaal aangesloten op MedMij hoeven er voor het delen van de gegevens via een patiëntenportaal of persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) geen additionele werkzaamheden verricht te worden door degene die in het dossier registreert. Om optimaal gebruik te maken van online inzage, is het belangrijk om na te denken over de manier waarop dit kan worden ingebed in de dagelijkse werkwijze. De volgende elementen spelen hierin een belangrijke rol:
- Een overzichtelijk dossier
- Een leesbaar dossier
- Het delen van voorlichtingsmateriaal
- Goede communicatie bij aanvullend onderzoek
In de sectie hieronder bespreken we elk van deze elementen en geven we praktische adviezen.
Wil je meer weten over de technische randvoorwaarden en middelen? Lees dan de uitgebreide achtergrondinformatie over online inzage
Overzichtelijk dossier
Als de huisarts kwalitatief goed documenteert conform de NHG-Richtlijn Adequate dossiervorming (ADEPD), krijgt de patiënt de informatie uit het medisch dossier vervolgens ook overzichtelijk gepresenteerd. Bijvoorbeeld wanneer episodes goed geregistreerd worden en de status actueel is, dan is het voor de patiënt duidelijk voor welke ziekten, aandoeningen, klachten en symptomen er zorg wordt verleend (open episodes) en/of welke zorg in het verleden zorg is verleend (gesloten episodes).
Meer voordelen van adequate registratie
Adequate registratie bevordert niet alleen de overzichtelijkheid van de patiëntinformatie. Het bevordert ook de ondersteuning door het Huisarts Informatie Systeem (HIS), bijvoorbeeld medicatiebewaking, én het maakt gegevensuitwisseling van relevante informatie met andere zorgverleners en (via online inzage) met de patiënt eenvoudiger.
Wanneer een patiënt van huisarts wisselt, vindt er een overdracht van het medisch dossier plaats. Deze overdracht is tweeledig:
- Bij een migratie van een patiënt naar een nieuwe huisarts worden de gestructureerde gegevens uit het elektronisch medisch dossier overgezet.
- De voormalige huisarts stuurt ook het volledige medische dossier via een elektronisch afschrift naar de nieuwe huisarts (vaak digitaal via een pdf-bestand).
In principe gelden na overdracht van het dossier naar een volgende huisarts de afspraken zoals die zijn vastgelegd in de Richtlijn online inzage in het H-EPD door patiënt.
Welke data van de voormalige huisarts praktisch via online inzage beschikbaar zijn voor de patiënt, hangt ook af van de kwaliteit van de registratie van het dossier dat de voormalige huisarts heeft bijgehouden, plus de kwaliteit van de overdracht van het dossier naar een nieuwe huisarts en de communicatie tussen de HIS’en van beide huisartsen.
Het elektronisch afschrift van het dossier kan de patiënt via online inzage niet inzien.
Bekijk de NHG-leidraad dossieroverdracht voor meer informatie.
Leesbaar dossier
Het primaire doel van de dossierplicht is een goede zorgverlening aan de patiënt . De leesbaarheid van het dossier voor de zorgverlener(s) staat voorop. De zorgverlener is niet verplicht het taalgebruik in het dossier aan te passen omdat de patiënt mee kan lezen.
Als de informatie die ter inzage is voor de patiënt patiëntvriendelijker is, verhoogt dit echter wel het begrip bij de patiënt en de betrokkenheid. Het voorkomt mogelijk onnodige ongerustheid en vragen. Het aanpassen van de registratie mag echter niet ten koste gaan van de leesbaarheid voor de zorgverlener en daarmee het doel van het medisch dossier.
In bepaalde HIS’en wordt gewerkt met een automatische vertaalslag in specifieke velden. Een voorbeeld hiervan is een automatische vertaling van ICPC-codes naar patiëntvriendelijke termen. De patiënt ziet een patiëntvriendelijke titel terwijl de zorgverlener de oorspronkelijke ICPC-code in het medisch dossier ziet. In de NHG-tabel ICPC en patiëntvriendelijke titels staat de ICPC-code met de bijbehorende patiëntvriendelijke term. De zorgverlener hoeft voor deze vertaalslag niets te doen.
Een andere mogelijkheid is om het taalgebruik bij het registreren van het dossier bewust aan te passen.
Wil je meer weten over het doel van het medisch dossier? Lees dan de uitgebreide achtergrondinformatie over online inzage.
Onderstaand afwegingskader met daarin overwegingen, werkwijzen en voordelen en nadelen, helpt huisartsen om te bepalen of het gebruiken van patiëntvriendelijke termen past bij de persoonlijke werkwijze.
Ik behoud mijn registratie in het dossier zoals gebruikelijk | Ik werk met patiëntvriendelijke termen in het dossier | |
---|---|---|
Overwegingen | Goed begrip bij mede-zorgverleners is voor mij essentieel. | Ik vind het belangrijk dat de patiënt ook begrijpt wat er staat in het dossier. |
Werkwijzen |
|
|
Voordelen | Snelle notatie tijdens een spreekuur. |
|
Nadelen | Informatie in het dossier kan vragen oproepen bij de patiënt. | Kost mogelijk extra tijd. |
Tips! |
Wil je checken of een woord eenvoudig Nederlands is? Kijk dan op www.ishetb1.nl
Wanneer een patiënt op een spreekuur is geweest, verwerkt de huisarts dit in het medisch dossier via de SOEP-methodiek. In de P-regel worden het diagnostisch of behandelplan beschreven wat met de patiënt is afgesproken. Hieronder staan een aantal voorbeelden van patiëntvriendelijke P-regels die zijn beschreven in begrijpelijke taal (B1-taalniveau).
De voorbeelden dienen als inspiratie om begrijpelijke taal te gebruiken in het medisch dossier.
Voorbeeld 1 | Voorbeeld 2 | Voorbeeld 3 | |
---|---|---|---|
1. Retour | Zijn de klachten na 1 week niet over/ worden de klachten erger? Patiënt maakt dan een (videobel)afspraak. | Patiënt maakt een nieuwe (videobel)afspraak als de [klacht] erger wordt en/of er ook [nieuwe klacht] bij komt. | Patiënt maakt over 2 weken een (videobel)afspraak. |
2. Geruststelling | Dit gaat vanzelf over. Patiënt hoeft zich geen zorgen te maken/ Medicijnen zijn niet nodig. | Na 2 weken worden de klachten vanzelf minder. | Deze klachten gaan vanzelf over. |
3. Uitleg/advies | Patiënt gaat [vul afspraak in, bijv. de knie koelen en hooghouden, veel slapen, niet werken, geen bezoek ontvangen]. | Ik denk dat de klachten binnen 2 weken over zijn. | Antibiotica helpen niet omdat er sprake is van een virus, geen bacterie. |
4. Beleid | We wachten af hoe het met de klachten gaat. [+ voorbeeld 2 of 3] | Worden de klachten erger? (Bijv. pijn, benauwdheid, jeuk, koorts etc.) [+retour] | Zijn de klachten na [aantal] weken niet over? [+retour] |
5. Nieuwe medicijnen | Patiënt slikt de nieuwe medicijnen [aantal] dagen. Als het na [aantal] dagen niet beter gaat, maakt patiënt een afspraak. | Patiënt slikt de medicijnen tot ze op zijn. Anders werken ze niet goed. | In de eerste week meer last. Daarna gaan de medicijnen werken. |
6. Verwijzing | Huisarts stuurt patiënt door naar het ziekenhuis/fysiotherapeut. Patiënt belt zelf om een afspraak te maken. | Huisarts stuurt patiënt door naar het ziekenhuis. Het ziekenhuis belt voor de afspraak. | Patiënt maakt afspraak bij de praktijkondersteuner. |
7. Onderzoek (bijv X-thorax, Xlwk) | Over [aantal] dagen belt patiënt/maakt patiënt een afspraak voor de uitslag. De assistent-huisarts belt op [datum] voor de uitslag of stuurt een bericht over de uitslag. | Bloedonderzoek. Echo/ longfoto/ longonderzoek/ blaastest/ urineonderzoek/ foto onderrug. | De uitslag is [datum] binnen. |
8. Uitslag | De uitslag van het bloedonderzoek is goed. | Op de foto/echo is alles goed. | De bloeddruk is te hoog. |
9. Leefstijladviezen | Patiënt maakt een afspraak voor hulp om te stoppen met roken. | Elke dag bewegen. Bijvoorbeeld 30 minuten wandelen. | Meer fruit eten. 2 stuks per dag. |
10. Zelfzorgadviezen | Spray of druppels met zoutoplossing [naam] gebruiken ‘s ochtends, ‘s middags en ‘s avonds, in elk neusgat. | Patiënt koopt bij de apotheek of drogist [naam zelfzorgmiddel]. | ‘s Ochtends 2 paracetamol en ‘s avonds 2 paracetamol. |
Voorlichtingsmateriaal delen
Het delen van digitaal voorlichtingsmateriaal met de patiënt kan de betrokkenheid van de patiënt bij de behandeling verhogen. Bedenk wel of de patiënt voldoende digitale vaardigheden heeft om de informatie op een website te kunnen raadplegen en voldoende gezondheids- en taalvaardigheden om deze informatie te kunnen begrijpen.
Zorg ervoor dat alleen betrouwbare informatie gedeeld wordt met de patiënt. De huisarts is verantwoordelijk voor het geven van de juiste informatie. Het delen van een website heeft daarmee dezelfde zorgvuldigheidseisen als het meegeven van andere voorlichtingsmateriaal. Ga na of de informatie in lijn is met gangbare medische inzichten, begrijpelijk is voor de beoogde patiënt en de informatie kosteloos is.
Op Thuisarts.nl staat betrouwbare patiënteninformatie over ziekte en gezondheid. Je kan Thuisarts.nl inzetten voor, tijdens en na het consult. Benieuwd hoe je dit doet?
De huisarts kan tijdens een contact met de patiënt wijzen op digitaal voorlichtingsmateriaal, bijvoorbeeld een specifieke Thuisarts-situatie over de klacht of aandoening. Bij voorkeur wordt een omschrijving van een relevante websitepagina opgenomen in het verslag van het contact. De patiënt kan deze informatie vervolgens teruglezen in het patiëntportaal of de PGO-omgeving.
Daarnaast kan je ook een websitelink via een e-consult naar de patiënt sturen. Beide opties zijn zowel voor een huisarts als de patiënt een goed beveiligde manier om de patiënt te wijzen op persoonsgerichte informatie.
Thuisarts.nl heeft ook de optie ‘Deel deze pagina per e-mail’, waarmee de pagina per e-mail gedeeld kan worden. Een medisch inhoudelijk herleidbare link en/of tekst met daarin herleidbare gezondheidsinformatie belandt op deze manier echter wel in de (onbeveiligde) mailomgeving van de patiënt. Dat is niet wenselijk. Vraag hiervoor in elk geval eerst toestemming aan de patiënt en kies bij voorkeur voor een veiliger alternatief (zie hierboven).
Op bovenstaande manieren kan de patiënt betrouwbare informatie over ziekte en gezondheid nalezen. Bespreek de opties met de patiënt en bepaal hoe de informatie naar behoefte van de patiënt wordt aangeleverd.
Goede communicatie bij aanvullend onderzoek
De uitslagen van onderzoek van de laatste 14 maanden zijn zichtbaar via online inzage. Voorbeelden hiervan zijn bloeddruk, gewicht en laboratoriumwaarden. Zodra een (deel van de) uitslag van aanvullend onderzoek is toegevoegd aan het dossier, zijn de meetwaarden zichtbaar voor de patiënt. Deze meetwaarden kunnen vragen oproepen.
Verschil online inzage en communicatie
Inzage in het dossier is niet hetzelfde als communicatie met de patiënt. Online inzage kan niet zonder meer beschouwd worden als vervanging voor communicatie met de patiënt. Communicatie over de uitkomsten kan zorgen, onduidelijkheden of misinterpretaties voorkomen.
Wil je meer weten over dit onderwerp? Lees dan de uitgebreide achtergrondinformatie over online inzage.
Als een eenduidig uitslag wordt verwacht en deze geen onverwachte actie vraagt, zou inzage in het dossier van de uitslag met een korte duiding kunnen volstaan. Ook kan dit efficiënt zijn. Voorwaarde daarbij is wel dat hierover van tevoren duidelijke afspraken met de patiënt zijn gemaakt. En dat deze afspraken worden vastgelegd in het HIS. Bij onverwachte uitslagen, of uitslagen die een (aanpassing van de) behandeling noodzakelijk maken, is contact en afstemming met de patiënt gewenst.
Afhankelijk van de patiënt, de hulpvraag, de situatie en professionele afwegingen van de huisarts wordt een keuze gemaakt welke contactvorm of combinatie daarvan (visite, fysiek consult, videoconsult, e-consult of telefonisch consult) het meest geschikt is om over de onderzoeksresultaten te communiceren.
Afspraken over communicatie over uitslagen bij online inzage verdienen daarom extra aandacht. Hieronder staan adviezen over de aanbevolen werkwijze bij aanvullend onderzoek.
- Probeer zo veel mogelijk aan te sluiten op de bestaande werkwijze [voorbeeldprotocol].
- Informeer de patiënt tijdens het consult over het aanvullend onderzoek dat wordt uitgevoerd.
- Controleer of de patiënt begrijpt wat het aanvullend onderzoek inhoudt. Heeft de patiënt meer informatie nodig? Verwijs de patiënt dan bijvoorbeeld naar websites die voorzien in een uitleg over medische begrippen en/of (laboratorium)uitslagen, zoals: de website van een diagnostisch centrum en/of Thuisarts.nl
- Maak afspraken over wanneer en hoe de resultaten worden besproken:
- Wordt elke subuitslag apart besproken of pas als alle uitslagen binnen zijn?
- Op welke manier wordt er gecommuniceerd bij geen bijzonderheden?
- Op welke manier wordt er gecommuniceerd als de uitslagen een ander beleid vergen dan aanvankelijk voorzien?
- Op welke manier wordt er gecommuniceerd als de uitslagen onverwacht afwijkend zijn en op korte termijn afstemming met de patiënt nodig is?
- Overweeg samen met de patiënt of in heel eenduidige situaties alleen online inzage kan volstaan. Maak hier duidelijke afspraken over.
- De afspraken met de patiënt over het doorgeven van een uitslag worden vastgelegd in het HIS.
Vragen en verzoeken aan de praktijk als gevolg van online inzage
Online inzage kan bij een individuele patiënt tot vragen leiden. De volgende situaties verdienen daarom extra aandacht.
Vragen over differentiaaldiagnose en vermoedens
Soms kunnen huisartsen twijfelen of ze informatie direct willen delen met de patiënt, bijvoorbeeld een gevoelige differentiaaldiagnose met onder andere een carcinoom of een vermoeden van misbruik, omdat dit misschien tot onnodige ongerustheid, vragen of spanning in de relatie kan leiden.
Het wordt niet geadviseerd om dergelijke relevante informatie te verwerken in een persoonlijke aantekening. Persoonlijke aantekeningen zijn namelijk privé en niet zichtbaar voor andere zorgverleners.
Zodra informatie van belang is voor een goede zorgverlening, moet die informatie tijdig opgenomen worden in het medisch dossier en op de juiste plek, zodat alle betrokken zorgverleners hiermee rekening kunnen houden. Het (tijdelijk) weglaten van relevante informatie of het registreren op niet daarvoor bedoelde plekken in het dossier, leidt tot minder goede zorg en wordt niet geadviseerd.
Het advies is om bij gevoelige differentiaal diagnostische overwegingen en vermoedens de situatie zo zorgvuldig en feitelijk mogelijk te beschrijven in de E-regel. Bijvoorbeeld: “Bij herhaling blauwe plekken geconstateerd na weekend bij vader” in plaats van “Cave mishandeling door vader”.
Bespreek ook met de patiënt waarom je deze differentiaaldiagnose of dit vermoeden vermeldt en wat dit betekent voor de vervolgstappen.
Het komt in de praktijk voor dat de huisarts geattendeerd wordt op een (mogelijk) gevoelige differentiaaldiagnose of een vermoeden wanneer er geen direct patiëntcontact is geweest, zoals bij de postverwerking.
In de Richtlijn Online inzage in het H-EPD is bepaald dat de contactverslagen met daarin de E- en P-regels pas zichtbaar worden als er daadwerkelijk contact is geweest met de patiënt. Deze aanbeveling is in de HIS’en niet overal goed geïmplementeerd. Ga naar de richtlijn.
Kan de informatie in het SOEP-verslag tot onnodige ongerustheid, vragen of spanning in de relatie leiden, dan is het advies om contact op te nemen met de patiënt.
Vragen over informatie van/over derden
Een patiënt heeft conform de WGBO recht op een afschrift van het medisch dossier. Een uitzondering geldt daar waar de persoonlijke levenssfeer van een ander dan de patiënt wordt geschaad én als diens belang een overwegend karakter heeft.
In veel dossiers staat informatie van/over derden. Dit is geen reden om (online) inzage te weigeren.
In uitzonderingsgevallen zou het wenselijk zijn om inzage te kunnen beperken in die situaties waarbij zowel de persoonlijke levenssfeer van een ander dan de patiënt wordt geschaad en diens belang een overwegend karakter heeft.
Op dit moment bestaat er bij online inzage, elektronische inzage, of het maken van een elektronisch afschrift geen mogelijkheid om een voor anderen privacygevoelig deel van het dossier af te schermen.
Ter voorkoming van dergelijke dilemma’s doet de zorgverlener er verstandig aan om geen informatie van derden in het dossier van een patiënt op te nemen zonder medeweten van de patiënt. Personen die gegevens over een patiënt verstrekken en niet willen dat de patiënt dit te weten komt, moeten hierop worden gewezen. Alleen als dit noodzakelijk is voor een goede hulpverlening, kan de zorgverlener wel informatie van derden in het dossier opnemen.
In de KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens (2.4.4) worden uitgebreidere adviezen gegeven. Aanvullend is het te overwegen om in de gevallen waarbij de informatie in het SOEP-verslag tot onnodige ongerustheid, vragen of spanning in de relatie kan leiden, contact op te nemen met de patiënt conform bovenstaande paragraaf.
Verzoeken om inzage en/of afschrift van het volledige dossier
Via online inzage hebben patiënten laagdrempelig toegang tot het medisch dossier dat over hen wordt bijgehouden. Een patiënt kan daardoor sneller dan voorheen de neiging hebben om zich te beroepen op het recht op inzage in en afschrift van het volledige dossier.
Bij online inzage is niet het volledige dossier te lezen. Het kan wel zijn dat de online inzage leidt tot een verzoek om meer informatie. De patiënt kan daarom een verzoek doen voor inzage in het gehele dossier (via elektronische inzage of elektronisch afschrift, indien gewenst in de praktijk).
Voor meer informatie zie KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens (2.11.2).
Verzoeken tot aanpassen van het medisch dossier
Online inzage kan een aanleiding zijn voor een patiënt om een verzoek tot wijziging van het medisch dossier in te dienen. Het verzoek moet op dezelfde manier afgehandeld worden als wanneer een andere situatie (kopie van het dossier, verwijsbrief of inzage in de spreekkamer) de aanleiding was.
De huisarts moet een daadwerkelijke fout of onnauwkeurigheid van dossiergegevens corrigeren. Doorgaans is dit bevorderend voor de kwaliteit van verslaglegging.
Als een patiënt feitelijke onjuistheden in het dossier ontdekt, mag de patiënt die laten corrigeren. Betreft het informatie die volgens de zorgverlener correct en relevant is, dan hoeft deze niet gecorrigeerd te worden.
Voor meer informatie zie KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens (2.11.4).
Als er sprake is van verschil van inzicht over de inhoud van het dossier, is het belangrijk dat de zorgverlener uitlegt waarom het dossier niet aangepast wordt conform de wensen van patiënt, maar daarbij tegelijk goed uitlegt welke mogelijkheid er wel is om de patiënt in de gelegenheid te stellen om diens visie binnen het dossier weer te geven. Dit kan door het opnemen van een verklaring in het dossier.
Het kan zijn dat een patiënt meent dat het dossier geen volledig of juist beeld van diens persoon of gezondheidstoestand schetst. In dat geval kan de patiënt een beroep doen op het recht op toevoegen van een verklaring. Ook als de zorgverlener het niet eens is met de verklaring van de patiënt, moet deze opgenomen in het medisch dossier.
Voor meer informatie zie KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens (2.11.3).
De situatie kan ook de wending nemen dat de patiënt wil dat de informatie uit het dossier wordt verwijderd. Een patiënt heeft in beginsel recht op vernietiging van dossiergegevens, maar bij vernietiging van het dossier gaat wel relevante informatie verloren. Het is van belang de patiënt hierop te wijzen.
Het is ook mogelijk dat een patiënt de zorgverlener schriftelijk of elektronisch verzoekt om (gegevens uit) het medisch dossier te vernietigen. De zorgverlener moet een verzoek daartoe in beginsel honoreren, tenzij er een beroep gedaan kan worden op een weigeringsgrond. Voorbeelden hiervan zijn:
- als een ander dan de patiënt een aanmerkelijk belang heeft bij het bewaren van de gegevens,
- als een andere wet aangeeft dat de gegevens niet vernietigd mogen worden,
- als de vernietiging goed hulpverlenerschap belemmert,
- als de WGBO slechts deels van toepassing is, zoals bij keuringen.
Voor meer informatie zie KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens (2.11.7).
Vragen over het beroepsgeheim
Door online inzage kunnen vragen ontstaan wie er recht heeft op informatie uit het dossier en daarmee over de garantie van het beroepsgeheim.
Wanneer meerdere zorgverleners betrokken zijn bij de behandeling van de patiënt, dan hebben zij in principe recht op inzage in het medisch dossier van de patiënt bij wie ze betrokken zijn. Dat geldt niet voor mensen buiten het behandelteam.
Een bijzondere positie heeft de vertegenwoordiger. Een vertegenwoordiger heeft in beginsel geen recht op (online) inzage in het dossier, tenzij de patiënt hiervoor expliciet toestemming heeft gegeven. Zonder deze expliciete toestemming heeft een vertegenwoordiger wel recht op relevante informatie die nodig is om beslissingen over de behandeling te nemen.
Vertegenwoordiger bij kinderen
Het is bij kinderen van belang te bepalen wie als vertegenwoordiger mag optreden. De vertegenwoordiger van een kind is de ouder met gezag of een voogd.
Bij een verzoek tot (elektronische of online) inzage is het belangrijk dat de huisarts bij kinderen onder de 16 jaar controleert of degene die om inzage in het dossier of om informatie verzoekt, recht heeft op inzage en/of informatie.
Het is onder andere (nog) niet mogelijk om in het HIS technisch de juiste toegang tot het dossier voor de gerechtigde persoon te organiseren. Om het beroepsgeheim te bewaken, wordt online inzage daarom bij patiënten onder de 16 jaar afgeraden.
De rechten van het kind en de vertegenwoordigers op inzage wijzigen bij het ouder worden van het kind. De rechten van het kind nemen toe en de rechten van ouders nemen navenant af [zie tabel].
Een zorgverlener mag op grond van goed hulpverlenerschap afzien van het verstrekken van informatie aan de vertegenwoordiger, ook als die informatie nodig is om (mede) toestemming te geven voor een behandeling.
Kind | Vertegenwoordiger | |
---|---|---|
Minderjarigen tot 12 jaar | Recht op informatie over de behandeling en wel zo dat het kind het kan bevatten. | Recht op alle informatie over de behandeling van het kind Recht op inzage in en een afschrift van het medisch dossier van het kind. |
Minderjarigen van 12 tot 16 jaar | Recht op alle informatie over de behandeling en wel zo dat het kind het kan bevatten. Het kind heeft recht op inzage in en een afschrift van het volledige medisch dossier. | Recht op informatie, voor zover die informatie relevant voor het geven van toestemming voor een behandeling van het kind. Voor het verstrekken van overige informatie heeft de zorgverlener toestemming nodig van het kind. Het kind kan toestemming geven voor (online) inzage door de ouders. |
Minderjarigen van 16 en 17 jaar | Voert zelfstandig alle patiëntenrechten uit, waaronder recht op inzage in en afschrift van het volledig medisch dossier. | Er is geen recht op medische informatie, tenzij hiervoor toestemming is gegeven. |
In de KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens (4.1.0 t/m 4.1.3) wordt uitgebreid uitgelegd welke rechten het kind en de ouders hebben, inclusief mogelijke uitzonderingen.
Vertegenwoordiger bij volwassen die wilsonbekwaam zijn
Het is bij volwassen die wilsonbekwaam zijn van belang te bepalen wie als vertegenwoordiger mag optreden. Daarnaast is het belangrijk dat de huisarts bij wilsonbekwame patiënten controleert of degene die om relevante informatie uit het medisch dossier verzoekt, recht heeft op deze informatie.
Het is onder andere (nog) niet mogelijk om in het HIS technisch de juiste toegang tot het dossier voor de gerechtigde persoon te organiseren. Om het beroepsgeheim te bewaken, wordt het honoreren van een verzoek voor online inzage bij wilsonbekwame patiënten van een vertegenwoordiger afgeraden.
Het is wel mogelijk dat de patiënt – toen er nog wel sprake was van wilsbekwaamheid – toestemming heeft gegeven aan een familielid of naaste voor online inzage. Dit gebeurt in de praktijk door een DigiD-machtiging af te geven, buiten de huisarts om.
Bij wilsonbekwame patiënten hebben wettelijke vertegenwoordigers recht op bepaalde informatie. Vertegenwoordigers hebben geen eigenstandig recht op inzage in het gehele dossier. Immers in het huisartsendossier staat de gehele medische geschiedenis van een patiënt. Hieronder staat beschreven wat de rechten van de patiënt en vertegenwoordigers zijn bij wilsonbekwaamheid.
De zorgverlener kan bovendien afzien van het verstrekken van informatie aan de vertegenwoordiger als dit in strijd zou komen met het goed hulpverlenerschap.
Wilsonbekwame patiënt | Wettelijke vertegenwoordiger |
---|---|
Inlichten over voorgenomen behandeling voor zover dat mogelijk is op een manier die voor de patiënt begrijpelijk is. In principe is er recht op inzage in het dossier, maar praktisch zal de patiënt dit recht vaak niet kunnen uitoefenen. | Recht op relevante medische informatie die de vertegenwoordiger geacht kan worden nodig te hebben voor een goede vervulling van diens taak: beslissingen nemen over de medische behandeling of informatie die de vertegenwoordiger nodig heeft om de patiënt te ondersteunen bij het nemen van beslissingen over de medische behandeling. |
Derden (niet-vertegenwoordigers)
Inzage in het medisch dossier door derden is niet toegestaan. Dit doorbreekt immers het beroepsgeheim. Het is belangrijk de patiënt erop te wijzen dat derden niet het recht hebben om via de patiënt (online) inzage te krijgen in (informatie uit) het medisch dossier.
Zorgverleners kunnen patiënten informeren over het delen van medische gegevens. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de infographic Medische gegevens delen uit de Communicatietoolkit.
Het is mogelijk dat derden (onder andere (semi)overheden, verzekeraars, politie, hypotheekverstrekkers, justitie, inlichtingendiensten of commerciële partijen) patiënten onder druk zetten en vragen om informatie die de patiënt via online inzage kan inzien. Het betreft hier feitelijk het opvragen van medische informatie door derden die geen recht hebben op informatie uit het dossier.
In de KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens (1.5-1.6, 4.4 en 5) wordt uitgelegd welke processen er gelden voor informatieverstrekking aan derden.
Vragen over informatiebeveiliging en gegevensuitwisseling
Als laatste zijn er nog 3 rechten met betrekking tot het medisch dossier waar de patiënt zich op kan beroepen. Deze hebben betrekking op informatiebeveiliging en gegevensuitwisseling.
Een patiënt mag de zorgverlener verzoeken een deel van de gegevens in het medisch dossier over te dragen aan een andere (zorg)aanbieder. Hieronder vallen persoonsgegevens die de patiënt zelf actief en bewust (indirect) heeft verstrekt, zoals zelfmetingen.
Voor meer informatie zie KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens (2.11.6).
De patiënt kan de zorgverlener vragen om informatie over hoe diens gegevens worden verwerkt en met welk doel. De zorgverlener dient de patiënt hierover te informeren.
Voor meer informatie zie KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens (2.11.1).
Een patiënt kan de zorgverlener verzoeken om de verwerking van diens persoonsgegevens (tijdelijk) te beperken. Dit houdt in dat de gegevens wel beschikbaar blijven in het medisch dossier, maar dat ze tijdelijk niet verwerkt of gebruikt mogen worden.
Voor meer informatie zie KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens (2.11.5).
Kijk voor meer informatie over informatiebeveiliging, beroepsgeheim en de rechten van de patiënt met betrekking tot het medisch dossier op het Tripartiet Webdossier Informatiebeveiliging en de LHV-themapagina ‘Veilig Gegevens Uitwisselen met Anderen’.
Stimuleren van online inzage binnen de organisatie
Online inzage is een gangbare digitale zorgdienst die huisartsen aan hun patiënten aanbieden. Wat is nodig om ervoor te zorgen dat patiënten gebruik blijven maken van dit digitale aanbod?
Structureel inbedden in de organisatie
Bedenk hoe de digitale zorgdienst structureel kan worden ingebed en duurzaam in de praktijk kan worden verankerd.
Bij online inzage zou er een rol kunnen liggen voor de praktijkmanager of een digitale coach (digicoach) om de veranderingen in de praktijk door online inzage (opnieuw) onder de aandacht te brengen/houden. Zij kunnen bijvoorbeeld en indien nodig online inzage structureel agenderen op een werkoverleg.
Ook is er een rol denkbaar voor patiënten. Via een patiëntenpanel, cliëntenraad of ad hoc enquêtes kunnen patiënten helpen en bijvoorbeeld feedback geven op het gebruik.
Denk bij de introductie van online inzage aan de volgende punten:
- Probeer de activiteiten in een groter geheel in te bedden, zoals een regionale organisatie, zodat praktijken elkaar laagdrempelig kunnen spreken over ervaren successen en knelpunten.
- Betrek het hele huisartsenteam: zorg ervoor dat het gehele team op de hoogte is, bijvoorbeeld door iedereen bij het werkoverleg te betrekken. Doorloop een demo met de betrokkenen of denk aan verschillende interactieve (werk)vormen.
- Plan tijdens de (hernieuwde) introductie in het begin regelmatig (bijvoorbeeld elke week) een moment om vragen en ervaringen van het team te bespreken.
- Zorg voor ondersteunende materialen ‘op maat’ voor de eigen praktijk(populatie) en stem af welke voorlichtingsmaterialen naar de patiënten gaan.
Ondersteuning van specifieke doelgroepen
Voor een succesvolle implementatie en correct gebruik van online inzage is er extra aandacht nodig voor patiënten met beperkte digitale en/of gezondheidsvaardigheden en/of als er sprake is van laaggeletterdheid.
Voor patiënten met laaggeletterdheid is het prettig dat de besproken informatie nadien beschikbaar is via online inzage. Anderzijds heeft deze doelgroep mogelijk ook meer ondersteuning nodig. Ze kunnen meer vragen hebben aan de balie of telefoon en hebben mogelijk meer hulp nodig bij het inloggen.
Ga na wat de huisartsenpraktijk kan betekenen voor deze doelgroep en welke initiatieven er in de regio zijn om deze doelgroep verder te ondersteunen, bijvoorbeeld bij de bibliotheek.
Alsnog zal online inzage niet bruikbaar zijn voor alle patiënten in de huisartsenpopulatie. Het kan zijn dat online inzage niet geschikt is, bijvoorbeeld voor mensen met slecht zicht of andere fysieke en/of mentale problemen die computergebruik bemoeilijken, of dat online inzage niet voldoet aan de behoefte van de patiënt.
Patiënten zijn niet verplicht om gebruik te maken van een patiëntenportaal of PGO; Wees je hiervan bewust. Voor deze patiënten zijn de beoogde effecten van online inzage niet realiseerbaar en dienen andere (fysieke) hulpmiddelen ingezet te worden voor het betrekken en informeren van de patiënt.
Evaluatie
Bij het (hernieuwd) introduceren van online inzage of het veranderen van een werkwijze rondom online inzage is het goed om na te gaan of de (bij voorkeur vooraf opgestelde) doelstellingen zijn behaald.
Verzamel objectieve gegevens, bijvoorbeeld gebruikscijfers van online inzage of incidentmeldingen, die de basis kunnen vormen voor een meting (kwaliteitsindicatoren) in de praktijk. Idealiter kunnen deze vergeleken worden met andere praktijken (benchmark). Laat alle medewerkers in de praktijk actief op zoek gaan naar successen en knelpunten. Dit levert betrokkenheid en discussie op.
Een SMART-planning van de uit te voeren verbeteringen vergroot de kans op goede resultaten en helpt ook om goed overzicht te houden over alle losse acties.
Online inzage onder de aandacht brengen van de patiënt
Ondanks het hoge aanbod van online inzage door huisartsenpraktijken, zijn er grote verschillen per huisartsenpraktijk in het aantal patiënten dat gebruik maakt van online inzage. Wil je het aantal patiënten dat gebruikt maakt van online inzage verhogen? Dan zijn onderstaande adviezen geschikt voor het (opnieuw) onder de aandacht brengen van online inzage via een patiëntportaal of persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO), zodat meer patiënten de meerwaarde van online inzage kunnen ervaren.
Tip
Het is ook mogelijk om online inzage samen met andere digitale zorgdiensten, zoals het e-consult en het maken van online afspraken, onder de aandacht te brengen. Digitale zorgdiensten kunnen elkaars gebruik versterken.
Schriftelijke en online informatie
- Voeg online inzage toe aan de praktijkwebsite inclusief uitleg door bijvoorbeeld een prominente knop (snelkoppeling) en instructiefilmpje.
- Benoem de mogelijkheden van online inzage in het telefonisch keuzemenu.
- Voeg online inzage toe aan de praktijkfolder.
- Gebruik het wachtkamerscherm om online inzage onder de aandacht te brengen.
- Leg informatiemateriaal neer in de spreekkamer, op de balie en in de wachtkamer.
- Stuur patiënten een (digitale) nieuwsbrief over online inzage.
- Informeer patiënten via sociale media (indien van toepassing)
Tip
In de online Communicatietoolkit ‘Online inzage voor de patiënt’ zijn materialen te vinden om online inzage onder de aandacht te brengen bij patiënten, waaronder een uitleg over online inzage op Thuisarts.nl en infographics. Hier staan ook materialen om online inzage onder de aandacht te brengen, zoals een animatie voor op het wachtkamerscherm en voorbeeldteksten voor communicatiekanalen.
Online inzage in persoonlijk contact onder de aandacht brengen
Patiënten maken vaker en beter gebruik van online inzage als zorgverleners het aanbevelen. Het meest effectief is als de zorgverlener in een contact met de patiënt op een digitale zorgdienst wijst.
Hieronder staan een aantal voorbeelden van manieren om met het team online inzage onder de aandacht te brengen:
Door goede registratie een vast onderdeel van het consult te maken, erkent de zorgverlener de verbeterde informatiepositie van de patiënt.
Informeer patiënten tijdens het consult over de registratie ten behoeve van online inzage en verwijs direct naar het online dossier. Vertel patiënten bijvoorbeeld bewust wat je opschrijft in het dossier en dat ze dat rustig kunnen nalezen via online inzage.
Ook kun je tijdens het gesprek vragen of de patiënt het medisch dossier al eens heeft ingezien. Misschien is er tijd om samen met de patiënt in te loggen en de mogelijkheden te bekijken.
Assistenten hebben een belangrijke rol bij het stimuleren van patiënten om van online inzage gebruik te maken. Effectieve methoden zijn bijvoorbeeld: folders op de balie leggen, folders meegeven of de patiënt informeren aan de balie.
Zorg ervoor dat de assistenten weten hoe het systeem werkt, zodat mogelijke vragen van patiënten direct beantwoord kunnen worden.
Gerelateerd aan deze NHG-Praktijkhandleiding
Landingspagina Online Inzage | NHG
NHG Richtlijn Online Inzage H-EPD
Achtergrondinformatie online inzage | NHG