Belangrijkste aandachtspunten
- Bij een vermoeden van ebola of marburg (zie casusdefinitie):
- Laat de patiënt niet naar de praktijk komen maar verricht telefonische triage.
- Indien onaangekondigde presentatie op de praktijk: vermijd fysiek contact.
- Overleg zo spoedig mogelijk met een internist-infectioloog van een virale hemorragische koorts-behandelcentrum én met een arts infectieziektebestrijding van de GGD.
Verwekker
Het ebolavirus behoort net als het marburgvirus tot de zogenaamde filovirussen. Infectie met deze virussen veroorzaakt bij de mens virale hemorragische koorts (VHK). Het reservoir van ebola en marburg lijkt vleermuizen te zijn.
Klinisch beeld
Besmetting met het ebola- of marburgvirus veroorzaakt meestal acuut ontstane koorts, hoofdpijn, spierpijn en malaise. Later komt hier vaak ook braken en diarree bij en soms in een later stadium bloedingen zoals neusbloedingen, tandvleesbloedingen, petechiën of hematomen. Deze ziekteverschijnselen treden op tussen 2 en 21 dagen (met een gemiddelde van 7 dagen) na besmetting met het virus.
De LCI-richtlijn Virale hemorragische koorts biedt achtergrondinformatie over een infectie met het ebola- of marburgvirus en hoe te handelen.
Welke patiënten voldoen aan de casusdefinitie voor ebola of marburg (en zijn verdacht)?
De volledige casusdefinitie is te vinden in bijlage 2 van de LCI-richtlijn. Een vermoedelijke casus wordt gedefinieerd aan de hand van zowel klinische als epidemiologische criteria.
Besmettelijkheid
Het ebolavirus en het marburgvirus worden overgedragen via direct contact met besmettelijke patiënten of dieren of hun lichaamsvloeistoffen.
Patiënten zijn besmettelijk vanaf het moment dat zij ziek zijn. De besmettelijkheid is het hoogst in de laatste stadia van de ziekte, wanneer er ook bloedingen optreden en na het overlijden van een patiënt.
Hoe te handelen bij een eventueel vermoeden van virale hemorragische koorts in Nederland?
- Vermijd fysiek contact met een patiënt met vermoeden van virale hemorragische koorts (zie de casusdefinities voor ebola en marburg). Voer een goede telefonische triage uit ter preventie van fysiek contact.
- In bijlage 1 van de LCI-richtlijn vind je het stappenplan bij een vermoeden van ebola voor o.a. huisartsen. Dit stappenplan is ook te gebruiken bij een vermoeden van marburg.
- Overleg bij vermoeden van virale hemorragische koorts zo spoedig mogelijk met een internist-infectioloog van het dichtstbijzijnde VHK-behandelcentrum (zie hieronder) én (dienstdoende) GGD-arts infectieziektebestrijding.
Diagnostiek, behandeling, isolatie en verpleging van een patiënt met (vermoeden van) virale hemorragische koorts vindt plaats in een specifiek behandelcentrum waar uitgebreide infectiepreventieve maatregelen kunnen worden genomen.
In de WIP-richtlijn Virale hemorragische koortsen worden deze infectiepreventieve maatregelen beschreven in de zorg voor patiënten met (vermoeden van) virale hemorragische koorts. Denk hierbij o.a. aan volledige set persoonlijke beschermingsmiddelen, hulp bij aan- en uitkleden van de zorgverlener, training van personeel, aanwezigheid van isolatiekamers met onderdruk. Zie voor details en overige adviezen de WIP-richtlijn Virale hemorragische koortsen.
Infectiepreventiemaatregelen
Indien een patiënt zich onaangekondigd meldt bij de huisarts:
- Vermijd fysiek contact met een patiënt met vermoeden van virale hemorragische koorts.
- Houd tenminste 1,5 meter afstand.
- Plaats de patiënt zo spoedig mogelijk apart in een ruimte waar ook een telefoon aanwezig is, waardoor telefonisch overleg met de patiënt nog mogelijk is.
- Voorzie de patiënt van een chirurgisch mondneusmasker.
Indien fysiek contact in de eerste lijn tussen een zorgverlener en een patiënt met vermoeden van virale hemorragische koorts onvermijdelijk is:
- Gebruik dan een volledige set persoonlijke beschermingsmiddelen. Bij een patiënt met vermoeden van virale hemorragische koorts betreft dit:
- dubbele handschoenen
- een spatbril
- een mondneusmasker (FFP2)
- beschermende kleding met lange mouwen met daarover heen een halterschort en, indien voorradig, een muts en overschoenen. Zorg dat het lichaam/de huid van de zorgverlener volledig bedekt is.
- Overleg na afloop van het consult met de GGD over het te volgen beleid betreffende de zorgverlener die het consult heeft gedaan en eventuele andere aanwezigen die contact hebben gehad met de patiënt.
- Overleg tevens over reiniging en desinfectie van de ruimte en het gebruikte instrumentarium en afvoer van afval.
Meldingsplicht
Virale hemorragische koorts is een meldingsplichtige ziekte groep A en dient reeds bij het vermoeden van de ziekte gemeld te worden aan de GGD.
Het nummer van uw regionale GGD is te vinden op: www.ggd.nl of https://lci.rivm.nl/contact.
Behandelcentra
In Nederland zijn de volgende 5 centra aangewezen voor de opvang en fysieke triage van (verdachte) VHK-patiënten: Erasmus MC, LUMC, UMC, UMCG en Radboudumc.
Wegens omstandigheden is momenteel alleen het Radboudumc (bereikbaar op 024-3655709) beschikbaar voor langere opname (2 bedden).
Transport
Indien een patiënt met vermoeden van virale hemorragische koorts naar een ziekenhuis wordt vervoerd per ambulance, stem af wie de ambulance bestelt (infectioloog of huisarts) en meld expliciet aan de meldkamer dat er sprake is van een vermoeden van virale hemorragische koorts.
Totstandkoming
De adviezen over omgaan met patiënt met vermoeden van virale hemorragische koorts in de huisartsenpraktijk zijn gebaseerd op informatie van het RIVM. Zie ook aanvullende informatie over virale hemorragische koorts hieronder.
Aanvullende informatie ebola/marburg/virale hemorragische koorts
WIP-richtlijn Virale hemorragische koortsen [ZKH] | RIVM
Virale hemorragische koorts – filovirussen | LCI richtlijnen (rivm.nl)