Snel naar
- Belangrijkste aandachtspunten
- Aanleiding
- Ziektelast RSV bij zuigelingen
- Immunisatie tegen RSV bij ouderen
Belangrijkste aandachtspunten
Nirsevimab® is een langwerkend monoklonaal antilichaam dat beschermt tegen ernstige RSV-infecties bij zuigelingen. Momenteel is Nirsevimab® nog niet beschikbaar in Nederland.
Maternale RSV-vaccinatie met Abrysvo® is wel een optie wanneer ouders zich melden met het verzoek tot immunisatie tegen RSV (voor hun ongeboren kind).
Aanleiding
De Gezondheidsraad heeft op 14 februari 2024 een advies uitgebracht om alle kinderen onder de 1 jaar passief te immuniseren (met Nirsevimab®) binnen het Rijksvaccinatieprogramma ter preventie van ernstige infecties met het Respiratoir syncytieel virus (RSV).
Tot de implementatie van dit advies kunnen ouders zich met vragen over RSV-immunisatie melden op het spreekuur. Op deze pagina vind je de informatie die helpt bij het informeren van ouders.
Ziektelast RSV bij zuigelingen
RSV is wereldwijd de meest voorkomende verwekker van een onderste luchtweginfectie bij jonge kinderen. Een primo-infectie bij jonge kinderen kan ernstig verlopen met bronchiolitis of pneumonie. Bij prematuren en zuigelingen van een aantal weken oud kan RSV-infectie zich aspecifiek presenteren met lethargie, voedingsproblemen en apneu. RSV-bronchiolitis is de meest voorkomende oorzaak van ziekenhuisopname van zuigelingen en jonge kinderen, veelal betreft het kinderen jonger dan 3 maanden.
Ongeveer 22% van alle kinderen <1 jaar in Nederland komt bij hun huisarts vanwege RSV en 1 tot 2% van alle kinderen wordt in hun eerste levensjaar opgenomen in het ziekenhuis vanwege een ernstige RSV-infectie. Ongeveer 5% hiervan wordt behandeld op de PICU. Het grootste deel van deze kinderen (73%) is gezond en aterm geboren.
Herinfecties komen vaak voor, soms zelfs jaarlijks. Deze herinfecties verlopen over het algemeen mild: asymptomatisch, bovenste luchtweginfectie of tracheobronchitis.
RSV-infecties komen seizoensgebonden voor (november t/m maart).
Immunisatie tegen RSV bij zuigelingen
Er zijn verschillende mogelijkheden voor immunisatie tegen RSV (zie de tabel hieronder). Drie hiervan zijn van toepassing op het jonge kind. Alleen maternale vaccinatie is momenteel een haalbare optie voor immunisatie op eigen verzoek.
Het vaccin Abrysvo ® is in te zetten als maternale vaccinatie. De moeder wordt tussen week 24 en 36 van de zwangerschap actief geïmmuniseerd en geeft de antistoffen placentair door aan het ongeboren kind. Wanneer het kind niet prematuur geboren wordt en er minimaal 2 weken tussen vaccinatie en geboorte zit, is er voldoende antistof overdracht voor bescherming gedurende de eerste 6 maanden na geboorte.
Maternale vaccinatie kan geen bescherming bieden wanneer het eerste RSV-seizoen meer dan 6 maanden na de geboorte is.
Het toedienen van maternale RSV-vaccinatie is geen basiszorg, maar valt onder extra aanbod.
De Gezondheidsraad adviseert Nirsevimab® in te zetten binnen 14 dagen na de geboorte bij zuigelingen die geboren worden vlak voor of in het RSV-seizoen en voor de start van het RSV-seizoen bij baby’s geboren buiten het RSV-seizoen.
Nirsevimab® is momenteel nog niet beschikbaar in Nederland.
Nirsevimab ® is een langwerkend monoklonaal antilichaam. Bij passieve immunisatie met Nirsevimab® injecteer je direct de antistoffen, en wek je geen actieve immuunreactie op. Nirsevimab® is weinig reactogeen en bijwerkingen komen niet vaak voor (<1%). De bescherming is direct aanwezig, en duurt zolang de antistoffen in het lichaam blijven (voor Nirsevimab® >5 maanden).
Ook Palivizumab ® is een monoklonaal antilichaam, maar werkt slechts 1 maand. Dit wordt momenteel al toegepast door kinderartsen en voorgeschreven aan neonaten geboren voor een zwangerschapsduur van 32 weken en op medische indicatie. Palivizumab® geeft vaker bijwerkingen dan nirsevimab. Het moet maandelijks herhaald worden en is relatief kostbaar. Dit maakt dat Palivizumab® geen haalbare optie is voor immunisatie op eigen verzoek.
Tabel geeft beknopt overzicht, zie tevens voor meer informatie de LCI-factsheet:
Nirsevimab® (Beyfortus) | Palivizumab® (Synagis) | Abrysvo® | Arexvy® * | |
---|---|---|---|---|
Soort | Monoklonale antilichamen | Monoklonale antilichamen | (eiwit)vaccin | (eiwit)vaccin |
Doelgroep | 0-2 jaar | 0-2 jaar op indicatie** | Maternale vaccinatie Volwassenen ≥60 jaar | Volwassenen ≥60 jaar |
Kosten (excl servicekosten apotheek en tarief vaccintoediening) | Nog niet bekend | €350-400per 0,5ml (100mg/ml) Meerdere dosis nodig | Ongeveer €200 | Ongeveer €200 |
Beschikbaarheid | Nog niet beschikbaar in NL | Toegediend op indicatie kinderarts** | ||
Wanneer toedienen | Geboren vlak voor of tijdens RSV-seizoen: binnen 14 dagen na geboorte Geboren buiten RSV-seizoen: Voor de start van hun eerste RSV-seizoen | Geboren vlak voor of tijdens RSV-seizoen: binnen 14 dagen na geboorte Daarna elke maand herhalen gedurende het RSV-seizoen Geboren buiten RSV-seizoen: Voor start van het eerste RSV-seizoen Daarna elke maand herhalen gedurende het RSV-seizoen | Tussen 24 en 36 weken zwangerschap | |
Dosering | < 5 kg: 50 mg i.m. | 15 mg/kg i.m. | 0,5 ml i.m. | |
Werkzaamheid | Minimaal 5 maanden | Minimaal 1 maand | Gedurende de eerste 6 maanden na de geboorte, mits niet prematuur en geboorte minimaal 2 weken na vaccinatie | |
Effectiviteit | Voorkomt ongeveer 80% van de ziekenhuisopnames en ernstige infecties | Voorkomt ongeveer 55% van de ziekenhuisopnames bij jonge kinderen met een medisch hoog-risico | Voorkomt ongeveer 70-80% van de ernstige RSV-infecties (50-60% van alle RSV-infecties) |
**Het gaat hierbij om de volgende kinderen die in aanmerking komen voor immunisatie met palivizumab: geboren bij een zwangerschapsduur <32 weken bij het begin van het RSV-seizoen jonger dan 6 maanden; jonger dan een jaar en met bronchopulmonale dysplasie; jonger dan een jaar en met een ernstige immunodeficiëntie; jonger dan een jaar en met een ernstige longpathologie ten gevolge van cystische fibrose; jonger dan twee jaar en voor de behandeling van bronchopulmonale dysplasie aangewezen op zuurstoftherapie en jonger dan twee jaar en met een congenitale hartaandoening die hemodynamisch significant is.
Immunisatie tegen RSV bij ouderen
RSV herinfecties komen regelmatig voor bij ouderen. Een recent observationeel onderzoek liet een incidentie van 4-7% zien; geen van de patiënten in het onderzoek overleden aan de RSV-infectie (RESCEU-studie 2017-2022). Op dit moment zijn er 2 RSV-vaccins geregistreerd voor ouderen. Deze zijn op eigen verzoek verkrijgbaar. Naar verwachting volgt in Q4 2024 een advies van de Gezondheidsraad over de inzet van RSV-vaccinaties voor ouderen.
Meer informatie en totstandkoming
Deze tekst is gebaseerd op informatie van het RIVM. Voor details en aanvullende informatie zie: