Snel naar
- De impact van alcoholgebruik
- Hoeveel alcohol drinken Nederlanders?
- Het gesprek over alcoholgebruik
- Adviezen over alcoholgebruik
- Aanpak en toeleiding naar hulp
- Controles
- Samenwerking
- Tools en meer verdieping
Problematisch alcoholgebruik
Onder problematisch alcoholgebruik verstaan we een drinkpatroon dat leidt tot lichamelijke klachten en/of psychische of sociale problemen. Het verhindert dat bestaande problemen adequaat worden aangepakt. De geconsumeerde hoeveelheid alcohol is niet leidend voor de diagnose.
In het geval van problematisch alcoholgebruik wordt verwezen naar de betreffende NHG-Standaard.
De NHG-Standaard geeft onder andere informatie over: de pathofysiologie en schadelijke gevolgen van alcoholgebruik, anamnese, lichamelijk onderzoek, motiverende gespreksvoering, beleid (zowel medicamenteus als aanbevelingen over E-mental health en ondersteunende gesprekken) en indicaties voor verwijzing.
De impact van alcoholgebruik
Alcohol is een risicofactor voor gezondheidsschade. Er wordt geschat dat alcoholgebruik voor 1,5% bijdraagt aan de totale ziektelast in Nederland. Het drinken van alcohol hangt samen met ongeveer 200 verschillende aandoeningen, waaronder verschillende vormen van kanker, hart- en vaatziekten, diabetes, leverziekten en neurologische aandoeningen.
Volgens een rapport van het RIVM zijn in 2021 naar schatting 2390 mensen overleden aan één van de 11 aandoeningen, waarbij sterfte door alcoholgebruik relatief vaak voorkomt. Veel voorkomende oorzaken van sterfte als gevolg van alcoholgebruik zijn beroerte, alcoholgeïnduceerde leverziekten en slokdarmkanker.
Lees meer over de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik in de NHG-Standaard ‘Problematisch alcoholgebruik’.
Hoeveel alcohol drinken Nederlanders?
In 2023 dronk bijna 8 op de 10 Nederlanders van 18 jaar en ouder (77,2%) weleens alcohol. 44% van de volwassen bevolking houdt zich aan het advies van de Gezondheidsraad en drinkt geen of weinig alcohol. Ongeveer 1 op de 15 (6,7%) volwassen Nederlanders drinkt overmatig en 7,9% is een zware drinker. Volgens het NEMESIS-3-onderzoek uit 2019-2022 voldeed 5,4% van de volwassenen van 18-75 jaar, in het jaar voorafgaand aan het onderzoek, aan de diagnose alcoholstoornis (volgens de DSM-5).
Terminologie alcoholgebruik
Het gesprek over alcoholgebruik
Signalering van (risicofactoren voor) problematisch alcoholgebruik is belangrijk om gevolgen op het somatische, psychische, sociale en uiteindelijk maatschappelijke vlak zoveel mogelijk te voorkomen. De huisarts speelt een belangrijke rol bij zowel het signaleren als bespreekbaar maken ervan.
Uit onderzoek van het Nivel naar vroegsignalering van alcoholproblematiek blijkt dat 63% van de huisartsen en 85% van de POH’s-GGZ bijna altijd zelf het gesprek aangaat wanneer er een vermoeden is van problematisch alcoholgebruik bij hun patiënt. Dit lijkt vooral te gebeuren bij zwaardere problematiek, als er al zichtbare signalen of afwijkende laboratoriumwaarden zijn.
De monitor geeft geen inzicht of er ook een gesprek wordt gevoerd met patiënten die lichtere klachten hebben, waarbij alcoholgebruik een rol kan spelen zoals slaapproblemen, vermoeidheid of in het kader van leefstijladvisering.
Uit een artikel in ‘Medisch Contact’, op basis van een enquête onder artsen, worden belemmeringen genoemd waarom alcoholgebruik soms niet ter sprake komt:
- Ongemak om naar alcohol te vragen
- Gebrek aan kennis en vaardigheden
- Vragen naar alcohol zit niet in het rijtje standaardvragen
- Eigen referentiekader met alcoholgebruik
- Onvoldoende vertrouwen in eigen vaardigheden om alcoholgebruik waardevrij ter sprake te brengen
- Onvoldoende mogelijkheden om een kortdurende interventie te realiseren (in tijd, vergoeding en expertise)
- Gebrek aan vertrouwen in eigen handelen door ervaringen met overmatig en/of zware drinkers en weinig ervaring met succesvol eigen handelen bij matige drinkers.
Signaleren
Er kunnen verschillende aanleidingen zijn om het gesprek over alcoholgebruik aan te gaan. Er kan sprake zijn van een:
- Indirecte klacht – soms aspecifiek, zoals vermoeidheid of angstklachten
- Directe klacht – zoals een intoxicatie, alcoholfoetor of leverziekten
- Directe vraag over alcoholgebruik – bijvoorbeeld na een zelftest of publiekscampagne
- Indirecte vraag door de zorgverlener – bijvoorbeeld tijdens een algemeen leefstijlgesprek
In ruim twintig NHG-Standaarden wordt aanbevolen om specifiek naar alcoholgebruik te vragen en/of adviezen te geven ten aanzien van alcoholgebruik. Problemen met alcohol manifesteren zich in de huisartsenpraktijk vooral via indirecte signalen en niet altijd gerelateerd aan een klacht.
Vraag daarom naar het gebruik van alcohol bij elke patiënt met niet direct te verklaren klachten en wees erop alert bij bepaalde risicogroepen (denk aan jongeren en ouderen) en patiënten die belangrijke (negatieve) life-events doormaken. Lees meer over het herkennen van (signalen van) problematisch alcoholgebruik in de NHG-Standaard Problematisch Alcoholgebruik.
Alcoholgebruik heeft risico’s die voor iedereen gelden, maar bij ouderen is er een aantal extra kwetsbaarheden:
- Door de veranderingen in het lichaam is de concentratie alcohol in het bloed eerder te hoog, neemt de gevoeligheid voor de effecten toe en verloopt de afbraak trager.
- De interactie met medicijnen kan voor complicaties zorgen, o.a. doordat alcohol de werking van medicijnen versterkt of juist afzwakt.
- Valincidenten vinden makkelijker plaats en hebben grotere consequenties.
- Pensionering kan een verslaving manifest maken, doordat de vrije tijd toeneemt en de structuur van werk wegvalt.
Andere momenten om alcoholgebruik te bespreken:
- Tijdens een kennismakingsgesprek met nieuwe patiënten
- Als onderdeel van chronische zorgprogramma’s
- Als onderdeel van ouderenzorg programma’s
- Tijdens consulten met patiënten die een mogelijke kinderwens hebben
- Tijdens gesprekken over leefstijl en preventie
Exploreren en informeren
De volgende casus illustreert de indirecte rol die alcoholgebruik kan spelen bij bepaalde klachten zonder duidelijke oorzaak.
Casus
Ingebracht door Wilma Noteborn, werkervaring op het gebied van vroegsignalering en alcoholproblematiek
Een 43-jarige mevrouw komt op het spreekuur. Ze heeft een drukke baan als salesmanager. Ze werkt 28 uur per week en combineert dit met haar gezin van twee kinderen. Haar man is voor zijn werk vaak in het buitenland. Dan komt de zorg voor het gezin grotendeels op haar neer.
Mevrouw is gezond en probeert wekelijks te sporten. Ze werkt graag maar de laatste tijd maakt ze zich, vanwege een aanstaande fusie, veel zorgen om haar werk. Ze piekert erover en slaapt slecht. Ze is uitgeput en tijdens het spreekuur barst ze in tranen uit.
Als je naar haar alcoholgebruik vraagt blijkt mevrouw ’s avonds, als de kinderen naar bed zijn, twee glaasjes wijn voor zichzelf in te schenken. Op haar werk zijn vaak zakenlunches waarbij ook wel eens alcohol wordt gedronken. Mevrouw is doodop. Ze wil eindelijk eens een paar dagen goed slapen en vraagt om slaapmedicatie.
Exploreer het alcoholgebruik
Exploreer het alcoholgebruik bij patiënten bij wie het een rol kan spelen bij de klachten of die zelf komen met een vraag over hun alcoholgebruik. Vraag naar de frequentie en de gemiddelde hoeveelheid (per dag/week/keer/’binge-drinken’). Wees alert op mogelijke onderrapportage en vraag goed door naar het soort alcoholische drank en wat onder ‘een glas’ of ‘een flesje’ wordt verstaan. In de NHG-Standaard ‘Problematisch alcoholgebruik’ wordt uitgebreider ingegaan op het uitdiepen van de functie van alcohol, het inschatten van de ernst, gedachten en overwegingen die meespelen en de gevolgen ervan.
Waardevrij informeren
Wanneer er een verband bestaat tussen de klacht of aandoening waarmee een patiënt zich presenteert en zijn of haar alcoholgebruik, is het belangrijk de patiënt hierover waardevrij te informeren. Leg uit welk effect het minderen ervan kan hebben op de ervaren klachten en de prognose. Het werkt motiverend om inzicht te geven in de mogelijke gezondheidsvoordelen en de patiënt te laten beseffen welke invloed hij/zij er zelf op heeft.
Vraag bijvoorbeeld:
‘Je hebt last van angstgevoelens en slecht slapen. Soms speelt alcohol hierbij een rol. Vind je het goed als ik je hier wat over vertel?’
Of:
‘Het zou kunnen dat je alcoholgebruik van invloed is op je klachten. Ben je benieuwd naar wat je zelf zou kunnen doen om beter in je vel te zitten?’
In bovenstaande casus is niet alleen sprake van overmatig alcoholgebruik, maar spelen ook andere leefstijlfactoren mee (stress/overbelasting, slecht slapen, piekeren). In dit soort complexere situaties is het goed om samen met de patiënt te bekijken welke factor de patiënt prioriteit geeft om aan te pakken.
Het bespreken van alcohol past in een algemeen gesprek over gezondheid en leefstijl. Verschillende leefstijlfactoren beïnvloeden immers elkaar, waarbij de op zichzelf staande factor niet altijd problematisch hoeft te zijn. Zo heeft alcoholgebruik (in elke mate) invloed op de slaapkwaliteit, het proces rondom afvallen (zowel door het aandeel in calorie-inname als door de ontremmende werking, waardoor mensen makkelijker afzien van bepaalde intenties) en levert een goede slaapkwaliteit weer een bijdrage aan gewichtsverlies.
Adviezen over alcoholgebruik
De Gezondheidsraad beveelt in de richtlijnen Goede Voeding (2015) aan geen alcohol te drinken of in ieder geval niet meer dan één glas per dag. Hierbij gaat men uit van een standaardglas dat 10 gram alcohol bevat. Lees hier meer over de achtergronden bij en onderbouwing van deze aanbeveling.
Standaardglas alcohol
In de praktijk komt een standaardglas met circa 10 gram alcohol neer op: 250 milliliter bier (5% alcohol), 100 milliliter wijn (12% alcohol) en 35 milliliter sterke drank (35% alcohol).
In de praktijk kan de grootte van de glazen nogal verschillen. Ter illustratie: een groot wijnglas van 250 ml bevat tweeëneenhalf standaardglas en een blik speciaalbier van een halve liter met een alcoholpercentage van 11,6% bevat zelfs vijf standaardglazen alcohol.
Aanpak en toeleiding naar hulp
Het is belangrijk om de ernst van het alcoholgebruik in te schatten om het vervolgbeleid te bepalen.
Ga na of er sprake is van problematisch alcoholgebruik of dat de patiënt voldoet aan de DSM-5-criteria voor een stoornis in alcoholgebruik. Indien de patiënt gemotiveerd is om het alcoholgebruik te minderen, vraag dan of hij/zijn openstaat voor hulp. In beide gevallen wordt voor behandeling en indicaties voor verwijzing verwezen naar de NHG-Standaard.
Patiënten bij wie geen sprake is van problematisch alcoholgebruik of een stoornis in alcoholgebruik, komen in eerste instantie in aanmerking voor zelfhulp en eventueel een korte, ondersteunende interventie.
Zelfhulp
Zelfhulp is geschikt voor patiënten die hiervoor voldoende vaardigheden hebben, of de voorkeur geven het eerst zelfstandig aan te pakken. Wijs hen op adequate informatie en online hulpprogramma’s. Bespreek het ‘Gezondheidsraadadvies’ (drink geen alcohol of maximaal één glas per dag) en leg uit wat de algemene en patiëntspecifieke gezondheidsvoordelen zijn als hieraan wordt gehouden.
Plan afhankelijk van de wens van de patiënt een vervolgafspraak in ter evaluatie. Als de patiënt niet zelfstandig kan minderen of stoppen met het alcoholgebruik, overleg dan opnieuw over verdere begeleiding en aanpassing van het zorgplan.
- Op www.thuisarts.nl kan de patiënt informatie vinden die is gebaseerd op de NHG-Standaard Problematisch alcoholgebruik, compleet met adviezen en hulpmogelijkheden bij het minderen en stoppen.
- Op de publiekswebsite van het Trimbos-instituut kan de patiënt achtergrondinformatie vinden over alcoholgebruik en het stoppen of minderen daarvan. Ook opgenomen zijn vormen van begeleiding (waaronder zelfhulpprogramma’s, lotgenotencontact en online begeleiding) en zorgverleners in de buurt.
- Op het online platform AllesOverDrinken.nl kunnen patiënten terecht voor zelftests en advies, maar ook deelnemen aan zelfhulpprogramma’s om minder te drinken.
Klik hier voor meer tools voor patiënten
Kortdurende interventie
Een kortdurende interventie is kosteneffectief en voorkomt ziekte en sterfte ten gevolge van alcoholgebruik. Er kan een eerste aanzet tot gedragsverandering worden gedaan door de stappen te doorlopen die worden besproken in ‘korte leefstijlinterventie’. Dit kan worden uitgevoerd door de huisarts of praktijkondersteuner.
Een aantal belangrijke punten:
Probeer te achterhalen wat de beweegredenen zijn om te minderen met alcohol. In bovenstaande casus wil patiënte zich algemeen beter voelen en het alcoholgebruik speelt hierbij vermoedelijk een rol.
Vragen die je kunt stellen:
- Wat maakt dat iemand hulp zoekt (slecht slapen, piekeren)
- Wat maakt dat ze beter wil slapen (meer energie overdag, stressbestendiger op het werk)
- Wat maakt dat ze meer energie wil hebben (ze wil er zijn voor de kinderen, omdat haar man veel weg is, leuke dingen doen).
Laat de patiënt nadenken over zowel de voor- als de nadelen van het huidige gedrag (alcoholgebruik) en die van het gewenste gedrag. Bespreek de barrières om het gedrag aan te passen en sluit af met de gezondheidswinst die het mogelijk oplevert.
Redenen om alcoholgebruik te minderen zijn uiteenlopend:
- Wens om af te vallen
- Mentaal fitter zijn
- Minder interacties met medicatie
- Betere rijvaardigheid
- Minder kans op vallen of
- Een goed voorbeeld zijn voor (klein)kinderen
Probeer hierbij geen oordeel te hebben en vooral een ondersteunde rol in te nemen.
Laat de patiënt zelf haalbare doelen stellen en maak ze zo concreet mogelijk. Laat het passen in de belevingswereld van de patiënt, dit maakt de kans groter dat het daadwerkelijk lukt.
Probeer het doel positief te laten formuleren, in plaats van doelen waarbij iets ‘niet meer mag’.
Een concreet en positief geformuleerd doel uit bovengenoemde casus zou kunnen zijn:
‘Op doordeweekse avonden drink ik een glaasje light-frisdrank als de kinderen op bed liggen, zodat ik een betere nachtrust krijg.’
Of:
‘Ik ga (x aantal avonden per week) een halfuur eerder naar bed om de drempel voor een glas wijn te verhogen en tegelijkertijd meer slaap te krijgen.’
Minder geschikt is de negatieve formulering:
‘Ik drink geen alcohol meer door de week en tijdens zakenlunches.’
Uiteraard kan ook gekozen worden voor kleinere stappen en het langzamer afbouwen van de avonden waarop patiënte alcohol nuttigt.
Gedragsverandering is moeilijk, omdat het gaat om het aanpassen van gewoonten. Het is helpend om de patiënt als-dan plannen te laten maken. Hierbij wordt een gewoonte (het drinken van alcohol) vervangen door een andere gewoonte. Hier kan de patiënt op terugvallen op moeilijke momenten. Ook hiervoor geldt dat het bij de patiënt moet passen. Het kan behulpzaam zijn om de sociale omgeving te vertellen over de voornemens, enerzijds als stok achter de deur en anderzijds als steun.
Een voorbeeld:
‘Als ik ‘s avonds zin heb in een glaasje wijn, bel ik even met een vriendin.’
Of iemand die graag wil afvallen:
‘In plaats van het glaasje wijn samen met mijn man, gaan we een halfuurtje wandelen.’
Controles
De NHG-Standaard ‘Problematisch alcoholgebruik’ adviseert om de patiënt na een succesvolle behandeling minstens eenmalig te controleren op terugval en laagdrempelig beschikbaar te zijn voor contact.
Hoe controles bij lichtere problematiek worden vormgegeven, zal mede-afhankelijk zijn van de ernst van het probleem, de ingezette behandeling en de verschillende (persoonsafhankelijke en omgevings-) factoren die een rol spelen in het risico op terugval.
Bespreek samen met de patiënt wat voor hem/haar prettig is. Bijvoorbeeld of er toestemming is om hierop terug te komen, in welk tijdsbestek en de manier van contact.
Bij de patiënte in bovengenoemde casus valt te denken aan een telefonische afspraak of spreekuurbezoek binnen twee maanden. Er is een succesvolle korte interventie geweest, patiënte heeft de gewoonte van twee wijntjes door de week vervangen door één glas fris en drinkt tijdens zakenlunches geen alcohol meer. Ze slaapt hierdoor beter en is overdag energieker.
Een oudere, alleenstaande man met milde cognitieve klachten die zich eenzaam voelt, is succesvol gestopt met het drinken van zijn dagelijkse halve liter bier. Dit is gelukt door intensievere ondersteuning door zowel de huisarts als POH-GGZ. Het traject was moeizaam, mede door beperkte gezondheidsvaardigheden en een gebrek aan een sociaal netwerk.
Hierbij is denkbaar dat er (periodieke) controles plaatsvinden in de thuissituatie. Dit zou afwisselend met de POH-GGZ of eventueel POH-ouderenzorg kunnen zijn. Een huisbezoek is minder vrijblijvend dan een spreekuur afspraak en geeft de mogelijkheid om een indruk te krijgen van de mate van zelfzorg en de thuissituatie. Eventueel kan, met toestemming en indien aanwezig, een thuiszorgmedewerker aanwezig zijn bij het gesprek, die vaak een goede indruk heeft van het dagelijks functioneren van de patiënt.
Ook als er al daadwerkelijk sprake is van terugval kunnen de genoemde aspecten helpen. Dan ligt de focus vooral op herhaling van de vaardigheden die tijdens de primaire behandeling zijn geleerd: hoe kan de patiënt deze aanwenden om weer verder te kunnen? Start zo nodig een nieuw behandeltraject, afhankelijk van de mate van terugval en de behoeften van de patiënt.
Samenwerking
Bij leefstijladvisering rondom chronische aandoeningen kan de praktijkondersteuner-somatiek adviseren over aanvaardbaar alcoholgebruik. Is het alcoholgebruik problematisch, dan volgt overleg met de huisarts over eventuele begeleiding van de patiënt door de praktijkondersteuner-ggz.
De diëtist kan aanvullende dieetbehandelingen bieden als er sprake is van zelfverwaarlozing en voedingsdeficiënties. Deze is ook op de hoogte van de indicatie voor thiaminesuppletie bij langdurig problematisch alcoholgebruik. Vermeld bij verwijzing naar de diëtist – ongeacht de indicatie – het alcoholgebruik en bespreek dit met de patiënt.
Vaak is er bij problematisch alcoholgebruik of een stoornis in alcoholgebruik sprake van multi-problematiek. Denk aan financiële problemen, werkloosheid, sociale en maatschappelijke problemen, geweld in het gezin of andere psychische stoornissen. Deze factoren kunnen zowel een oorzaak als een gevolg zijn van het alcoholgebruik. Het is goed je hier bewust van te zijn en te zorgen voor een integrale aanpak. Maatschappelijk werk vanuit het sociale domein kan ondersteuning bieden bij werk-, huisvestings- en maatschappelijke problematiek.
Om inzicht te krijgen in het lokale aanbod, kan contact worden opgenomen met één van de lokale aandachtsfunctionarissen alcohol. Deze zijn aangesteld om de implementatie van vroegsignalerings-interventies te bevorderen door het thema op de agenda te zetten en de diverse interventies te borgen in het lokale netwerk. De aandachtsfunctionarissen zijn aangesteld bij de preventie-afdelingen van verslavingszorginstellingen. Op de site van ‘Verslavingskunde Nederland’ staan de contactpersonen per instelling vermeld.
Tools en meer verdieping
NHG-Standaard Problematisch alcoholgebruik
De standaard geeft informatie over het herkennen en bespreekbaar maken van problematisch alcoholgebruik, beschrijft welke (medicamenteuze) behandelopties er zijn en wanneer verwijzing geïndiceerd is.
NHG E-learning Problematisch alcoholgebruik
In deze e-learning leer je dat vroege signalering van problematisch alcoholgebruik veel schade kan voorkomen met relatief weinig inspanning. Het heeft dus veel zin om hier aandacht aan te besteden!
Meer tools
Praktische tools voor tijdens het gesprek over (stoppen met) alcohol, informatiebronnen en doorverwijsmogelijkheden.
Bibliotheek
Bekijk alle aanvullende leestips, achtergronden en brondocumenten voor dit hoofdstuk op de bibliotheekpagina.
Zorgprofielen
Bekijk hier de indeling van de zorgprofielen om samen met de patiënt een passend aanbod te kiezen.