In het kort

Jaarlijks krijgt 1 op de 15 mensen griep. Dit kan verschillen per jaar. Daarnaast maakt een deel de infectie asymptomatisch door. Onder 0- tot 4-jarigen is de incidentie vaak het hoogst. 

Meestal verloopt griep onschuldig: de meeste mensen genezen zonder medische behandeling. Bepaalde risicogroepen hebben bij infectie een grotere kans op een ernstig beloop of zelfs op overlijden. Complicaties zijn bijvoorbeeld een pneumonie, bronchitis of decompensatio cordis. De oversterfte door griep ligt volgens schattingen op gemiddeld 4700 mensen per griepseizoen.

Het Nationaal Programma Grieppreventie (NPG) stelt via de huisarts en zorginstellingen griepvaccinatie ter beschikking aan mensen met een verhoogd risico op complicaties en sterfte door griep. Het NPG is gebaseerd op de adviezen van de Gezondheidsraad.


Meer informatie:


Wat is griep?

Griep is een acute (bovenste)luchtweginfectie die wordt veroorzaakt door het griepvirus, waarbij het slijmvlies van de neus-, keel- of bijholten, en ook dat van de luchtpijp of de longen, ontstoken is. Griep komt in Nederland elk jaar voor, meestal in de wintermaanden. De incubatietijd is  1 tot 4 dagen (meestal 2 dagen). Het begint vaak zeer plotseling met: 

  • hoge koorts en koude rillingen
  • hoofdpijn
  • spierpijn in het hele lichaam
  • vermoeidheid
  • keelpijn en droge hoest

De koorts kan binnen 12 uur oplopen tot ≥ 39 °C en duurt meestal 3 tot 5 dagen. Volledig herstel duurt gemiddeld 1 tot 3 weken. Meestal is griep onschuldig – de meeste mensen genezen zonder medische behandeling. Bovendien verloopt een deel van de infecties asymptomatisch. Bij kwetsbare ouderen en immuungecompromitteerden kunnen de verschijnselen aanzienlijk minder ‘kenmerkend’ zijn en is de kans op een gecompliceerd beloop groter. Bekijk voor meer informatie over de behandeling van griep de NHG-Behandelrichtlijn Influenza.


Welke soorten griepvirussen zijn er?

Griep wordt veroorzaakt door 1 van de 3 typen influenzavirussen (A, B of C). Bij de mens veroorzaken vooral typen A en B ziekte. Deze typen veroorzaken de seizoensepidemieën.
De A-virussen worden ingedeeld op basis van verschillen in hun 2 oppervlakteantigenen: hemagglutinine (HA) en neuraminidase (NA). Er zijn 18 hemagglutininesubtypen (H1-H18) en 11 neuraminidasesubtypen (N1-N11) bekend. Dat leidt tot subtypen A-virussen met verschillende antigenen die omschreven worden als H1N1, H2N3, enzovoort. Kleine veranderingen in deze antigenen wordt ‘antigene drift’ genoemd. Dit fenomeen zorgt ervoor dat iemand vaker dan 1 keer met griep besmet kan worden en dat het griepvaccin hierop jaarlijks aangepast moet worden.

De influenza B-virussen worden onderverdeeld in twee lijnen, namelijk de Yamagata-lijn en de Victoria-lijn. Ongeveer een kwart van de circulerende influenzavirusstammen een B-stam. De B/Yamagata-lijn is de afgelopen jaren niet meer gedetecteerd.


Hoe vindt overdracht/besmetting plaats?

Overdracht gebeurt aerogeen via druppeltjes vanuit de neus- of keelholte, of door direct contact. Dit gebeurt vooral in ruimten waar mensen dicht bij elkaar zitten, bijvoorbeeld in een trein of bus, een school of kinderdagverblijf.  Ook worden griepvirussen indirect overgedragen via handen en voorwerpen, zoals een deurknop. Goede hygiënemaatregelen kunnen verspreiding en besmetting beperken.


Hoe vaak komt griep voor tijdens een griepepidemie?

Griepepidemie

Er is sprake van een griepepidemie wanneer 2 weken achter elkaar meer dan 56 op de 100.000 mensen zich met griepachtige verschijnselen bij hun huisarts melden. Daarnaast moet bij een substantieel aantal van de patiënten uit diverse bronnen een influenza virus worden aangetoond. De registratie van het aantal personen dat zich met griepachtige verschijnselen bij de huisarts meldt, vindt plaats met behulp van de Nivel-Peilstationhuisartsen. Het tijdstip, de ernst en de duur van de griepepidemie zijn afhankelijk van verschillende factoren, zoals het weer, het type griepvirus, de effectiviteit van het vaccin en de vaccinatiegraad.

In Nederland ligt het begin van de epidemie meestal eind december, maar dit varieert van half november tot begin maart. De epidemie kan tot in mei aanhouden. De piek valt meestal in februari.

Het afgelopen seizoen begon de griepepidemie half januari 2024 en duurde in totaal 9 weken (stand: 21 maart 2024). Het aantal mensen dat met griepachtige klachten naar de huisarts ging, lag in totaal 4 weken lang boven de epidemische grens van 56 op 100.000 mensen. Het hoogtepunt van de epidemie was  begin februari 2024. Toen gingen 74 op de 100.000 mensen met griepachtige klachten naar de huisarts. Ook door de diagnostiek laboratoria en in de zelf afgenomen monsters via infectieradar werd veel influenzavirus gevonden. 

Griepepidemieën duren in Nederland gemiddeld 13 weken. De langst durende epidemie, waarin het griepvirus A(H3N2) domineerde (2014-2015), hield maar liefst 21 weken aan, de kortste epidemieën duurden twee weken. Tijdens de COVID-19 pandemie was er erg weinig circulatie van het griepvirus; in de winter van 2020-2021 was helemaal geen griepepidemie en in de winter van 2021-2021 begon deze erg laat in het voorjaar.

NIVEL Peilstations grafiek 2024
Bron: Feiten en cijfers | RIVM ‘Feiten en cijfers griep’
Bron grafiek: Peilstations participerend in Nivel Zorgregistraties eerste lijn.

Incidentie

Per jaar worden gemiddeld 1 op de 15 volwassenen ziek van griep.Dit kan verschillen per jaar. Daarnaast maakt een deel de infectie asymptomatisch door. Onder 0- tot 4-jarigen is de incidentie vaak het hoogst. 


Welke complicaties kunnen voorkomen bij griep?

Sommige mensen met griep hebben een grotere kans op een ernstig beloop of zelfs overlijden. Risicogroepen zijn in het bijzonder ouderen (circa 90% van de sterfgevallen is 60 jaar of ouder), mensen met chronische ziekten, zoals diabetes mellitus en cardiaal of pulmonaal lijden, en mensen met een verminderde afweer. Bij deze groepen kan het griepvirus voor een exacerbatie van de onderliggende aandoening zorgen, zoals respiratoire insufficiëntie bij astma of COPD, decompensatio cordis of een diabetisch coma. Overige veelvoorkomende complicaties zijn secundaire bacteriële infecties, vooral otitis media en pneumonie, acute bronchitis, myocarditis en primaire virale pneumonie. Ook zwangeren en zuigelingen hebben een grotere kans op een ernstiger beloop en daardoor ziekenhuisopname.


Wat is de sterfte door griep?

Tijdens de 14 weken durende griepepidemie in het seizoen 2022-2023 werd de oversterfte geschat op  6683. Tijdens de 5 griepepidemieën voordat de Covid-19-pandemie begon (seizoenen 2014-2015 tot 2018-2019) was er sprake van een gemiddelde oversterfte van 6439 (bron: Surveillance of COVID-19, influenza and other infections in the Netherlands: winter 2021/2022 (rivm.nl) Surveillance of acute respiratory infections in the Netherlands: winter 2022/2023 (rivm.nl)


Bronnen