NHG-Standaard

Dementie

NHG-werkgroep:
Dieleman-Bij de Vaate AJM, Eizenga WH, Lunter-Driever PGM, Moll van Charante EP, Perry M, Schep-Akkerman A, Smit BSJ, Starmans R, Verlaan-Snieders MNE, Van der Weele GM
Naar Volledige tekst ›

Stap 1: Signaleren

Naar Volledige tekst ›
  • Veelvoorkomende signalen van dementie: geheugenklachten, onaangepast gedrag, stoornissen in uitvoerende functies. 
  • Let ook op minder specifieke signalen (o.a. loopstoornissen, verwardheid) en signalen uit de omgeving.

Stap 2: Diagnostiek

Naar Volledige tekst ›
  • Bespreek voor- en nadelen van dementiediagnostiek.
  • Besluit samen met patiënt en naasten over opstarten diagnostiek. 

(Hetero)anamnese

Naar Volledige tekst ›
  • Beperkingen in het dagelijks, beroepsmatig of sociaal functioneren 
  • Geheugenproblemen 
  • Uitvoering van complexe taken, zoals bedienen huishoudelijke apparaten of organiseren 
  • Visuospatiële functies, zoals herkennen van gezichten of omgeving 
  • Taalfuncties, zoals op woorden komen 
  • Gedrag en persoonlijkheid 
  • Medicatiegebruik 
  • Recente levensgebeurtenissen 
  • Familiair voorkomen van dementie 
  • Opleidingsniveau en/of (uitgeoefend) beroep 
  • Factoren suggestief voor andere oorzaak: depressieve klachten, hallucinaties/wanen, alcoholgebruik, uitvalsverschijnselen, recent hoofdtrauma, problemen met horen of zien 

Lichamelijk onderzoek

Naar Volledige tekst ›
  • Beoordeel uiterlijke verzorging, handelingen bij uit- en aankleden, herkenning van voorwerpen. 
  • Wees alert op het head turning sign. 
  • Meet temperatuur, bloeddruk en pols. 
  • Onderzoek visus, gehoor, hart en longen. 
  • Verricht neurologisch onderzoek bij vermoeden van herseninfarct of -bloeding, parkinsonisme of normal-pressure hydrocephalus. 

Aanvullend onderzoek

Naar Volledige tekst ›
  • Routinematig laboratoriumonderzoek wordt niet aanbevolen; dit heeft geen toegevoegde waarde 
  • MMSE en Kloktekentest. Indien deze niet mogelijk zijn (laaggeletterden, niet-westerse migranten): RUDAS 

Criteria voor de diagnose dementie

Naar Volledige tekst ›

Cognitieve of gedragsmatige symptomen die: 

  1. interfereren met het dagelijks functioneren 
  2. duidelijk toegenomen zijn ten opzichte van eerder niveau van functioneren 
  3. niet verklaard worden door een delier of depressie 
  4. gediagnosticeerd zijn op basis van anamnese en heteroanamnese en geobjectiveerd met MMSE en Kloktekentest of RUDAS 
  5. cognitieve beperking laten zien in ≥ 2  van de volgende domeinen: 
    • vermogen om nieuwe informatie op te slaan en te onthouden 
    • redeneren en uitvoeren complexe taken, inschattingsvermogen 
    • visuospatiële functies (het zien en verwerken van ruimtelijke informatie) 
    • taalfuncties 
    • gedrag en persoonlijkheid 

Oorzaken van dementie

Naar Volledige tekst ›
  • Ziekte van Alzheimer: begin van de klachten > 65 jaar en traag progressief beloop
  • Vasculaire dementie: abrupt begin, schoksgewijze verslechtering, soms focale neurologische verschijnselen die niet alleen zijn toe te schrijven aan herseninfarct of -bloeding
  • Parkinsondementie: neurocognitieve stoornis bij ziekte van Parkinson
  • 'Lewy body'-dementie: fluctuatie in cognitie en aandacht, visuele hallucinaties en parkinsonisme
  • Frontotemporale dementie: relatief jonge leeftijd, vaak met gedragsproblemen en relatief weinig geheugenproblemen

Stap 3: Inventarisatie van de zorgbehoefte

Naar Volledige tekst ›
  • (Behoefte aan meer) dagstructuur, bezigheden en/of sociale contacten 
  • Verantwoordelijkheid voor financiën, medicatie en vervoer 
  • Voeding en gewichtsverandering 
  • Overig (I)ADL-functioneren, zoals huishouden, persoonlijke verzorging, woonsituatie 
  • Informeer naar risicogedrag: brandgevaar (gasfornuis), autorijden en verdwalen 
  • Vraag de mantelzorger ook naar: 
    • volhoudtijd: ‘Als de mantelzorg blijft zoals die nu is, hoelang kunt u de zorg dan nog aan?' 
    • behoefte aan ondersteuning 
  • Wees bij overbelasting van de mantelzorger alert op verwaarlozing en/of mishandeling
Naar Volledige tekst ›

Bied casemanagement aan zodra er sprake is van (vermoeden van) dementie. Overweeg een individueel zorgplan op te stellen. 

Voorlichting en advies

Naar Volledige tekst ›

Voorlichting over de diagnose

Naar Volledige tekst ›
  • Wees duidelijk over de diagnose. 
  • Relateer de bevindingen en testuitslagen aan de klachten en alledaagse situaties. 
  • Ga na hoeveel kennis er is over dementie en het beloop; sluit met de voorlichting daarop aan. 
  • Benadruk de behouden functies en de betekenis die de patiënt heeft voor anderen. 
  • Informeer de patiënt over de noodzaak tot beoordeling van de rijgeschiktheid. 
  • Bespreek de optie om wensen vast te leggen in een volmacht, levenstestament of wilsverklaring. 

Voorlichting aan de mantelzorger

Naar Volledige tekst ›
  • De patiënt wordt anders en er zijn veel verlieservaringen. Bespreek (anticiperende) rouw. 
  • Door beperkte geheugencapaciteit onthoudt de patiënt instructies soms niet. 
  • Adviseer de patiënt niet te vaak een gesprek of handeling uit handen te nemen. 
  • Adviseer dagstructuur te bieden en de omgeving overzichtelijk en voorspelbaar te houden. 
  • Bespreek dat hulp inschakelen geen zwakte is. 
  • Adviseer geen beloftes te doen over het zelf blijven verzorgen van de patiënt in de toekomst. 
  • Adviseer de omgeving uit te leggen wat er aan de hand is, zodat deze rekening kan houden met problemen, zorgen kan delen en steun kan bieden. 

Niet-medicamenteuze behandeling

Naar Volledige tekst ›

Patiënt 

Naar Volledige tekst ›

Niet-medicamenteuze interventies lijken zinvol als ze aansluiten bij de behoefte en interesse van de patiënt, bijdragen aan dagstructuur en de mantelzorger ontlasten. 

Mantelzorger 

Naar Volledige tekst ›

Overweeg bij depressieve klachten of stress: 

  • cognitieve gedragstherapie 
  • mindfulness 

 Ga na welke interventie bij de behoefte of interesse van de mantelzorger past. 

Medicamenteuze behandeling

Naar Volledige tekst ›

Cholinesteraseremmers en memantine

Naar Volledige tekst ›

Cholinesteraseremmers (rivastigmine, galantamine, donepezil) of memantine worden afgeraden: deze middelen zijn niet of weinig effectief en hebben wel bijwerkingen.

Controles

Naar Volledige tekst ›

Stem de controlefrequentie af op de behoefte van patiënt en naasten. Streef, bij meerdere betrokken zorgverleners, naar multidisciplinair overleg.  

Aandachtspunten

Naar Volledige tekst ›
  • Lichamelijke gezondheid 
  • Mondzorg, voeding en gewicht 
  • Valpreventie (met name bij loopstoornissen) 
  • (Toename van) cognitieve stoornissen 
  • Gedrag, beleving en copingstijl 
  • Periodieke medicatiebeoordeling 
  • Familie en/of sociaal netwerk 
  • Belasting van de mantelzorger 
  • Professionele zorgverlening 
  • Signalen van verwaarlozing of mishandeling 
  • Planning van de zorg in de toekomst 

Consultatie en verwijzing

Verwijsindicaties voor aanvullende diagnostiek en/of behandeling

Naar Volledige tekst ›
  • Behoefte aan zekerheid over de diagnose dementie 
  • Diagnostiek bij mensen die geen Nederlands spreken, bij wie het niet mogelijk is om de RUDAS af te nemen of bij wie de RUDAS onvoldoende informatie biedt 
  • Dementie op jonge leeftijd (arbitrair < 65-70 jaar) 
  • Aanwijzingen voor dementie anders dan ziekte van Alzheimer of vasculaire dementie 
  • Vermoeden van een behandelbare oorzaak voor de cognitieve achteruitgang, zoals bij: 
    • forse toename stoornissen of achteruitgang in het functioneren binnen 2 maanden 
    • recent hoofdletsel, met name bij een stollingsstoornis of gebruik van anticoagulantia 
    • voorgeschiedenis van maligniteit 
    • onverklaarde mictiedrang of urine-incontinentie in combinatie met een loopstoornis 
    • nieuwe focale neurologische uitval 
  • Bijkomende somatische of psychische factoren 
  • Crisisinterventie (al dan niet met noodzaak voor RM of IBS) 

Verwijsmogelijkheden voor ziekte- en zorgdiagnostiek

Naar Volledige tekst ›
  • Verwijs naar de geheugenpolikliniek bij: behoefte aan een nosologische diagnose; aanwijzingen voor een bijzondere vorm van dementie; vermoeden van een behandelbare oorzaak; dementie op jonge leeftijd. 
  • Bij twijfel aan de diagnose dementie of complexe comorbiditeit kan ook naar een ambulant team met specialist ouderengeneeskunde en GZ-psycholoog of naar een klinisch geriater worden verwezen. 
  • Bij bijkomende psychische problematiek kan in sommige regio’s worden verwezen naar gespecialiseerde ggz-ouderenafdelingen of -teams. 

Probleemgedrag bij dementie

Naar Volledige tekst ›

Voor de aanpak van probleemgedrag: zie volledige tekst. Consulteer bij probleemgedrag laagdrempelig een specialist ouderengeneeskunde of -psychiater. 

Crisissituaties

Naar Volledige tekst ›
  • Onderzoek of sprake is van een delier (zie NHG-Standaard Delier). 
  • Pas een de-escalerende benadering toe bij heftige agitatie, angst of agressie. 
  • Soms zijn psychofarmaca nodig zonder dat de patiënt toestemming kan of wil geven. Dat kan het geval zijn: 
    • indien de veiligheid van de patiënt en/of anderen in het geding is 
    • bij ernstige lijdensdruk 
    • bij afweer tegen zorg met gevaar voor de patiënt of anderen 

Medicamenteuze behandeling in crisissituaties

Naar Volledige tekst ›
  • Agressie of ernstige agitatie zonder psychotisch gedrag: lorazepam 1-2,5 mg oraal. Als orale toediening niet mogelijk is: midazolam 5-10 mg i.m. of 10 mg via neusspray.
  • Agressie of ernstige agitatie bij psychotisch gedrag: haloperidol 2 dd 0,5-1,5 mg oraal, max. 3 mg. Als orale toediening niet mogelijk is: start met haloperidol 2,5 mg i.m. Contra-indicaties: 'Lewy body'-dementie en ziekte van Parkinson.