De NHG-Richtlijnen website is ook als webapp beschikbaar.

Lees verder
NHG-Standaard

Urineweginfecties

NHG-werkgroep:
Bouma M, Geerlings SE, Klinkhamer S, Knottnerus BJ, Platteel TN, Reuland EA, Visser HS, Wolters RJ

De standaard maakt onderscheid in:

Cystitis:

  • Cystitis bij gezonde, niet-zwangere vrouwen (≥ 12 jaar) 
  • Cystitis bij patiënten een verhoogd risico op een gecompliceerd beloop (≥ 12 jaar):
    • vrouwen met diabetes mellitus of een verminderde weerstand, afwijkingen aan de nieren of urinewegen of neurologische blaasfunctiestoornissen 
    • zwangere vrouwen
    • mannen 
  • Cystitis bij kinderen < 12 jaar 

Urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie bij:

  • patiënten ≥ 12 jaar
    • vrouwen
    • mannen
    • patiënten met een verblijfskatheter
  • kinderen < 12 jaar
Naar Volledige tekst ›

Anamnese

Naar Volledige tekst ›

Vraag naar:

  • mictieklachten passend bij cystitis, zoals pijnlijke of branderige mictie, toegenomen mictiefrequentie, hematurie, loze aandrang
  • tekenen van weefselinvasie: (duur van) koorts, (koude) rillingen, algemeen ziek-zijn, flank- of perineumpijn, tekenen van een delier of tekenen van sepsis
  • ernst (pijn)klachten, eerdere episodes met soortgelijke klachten, pijn in de rug of onderbuik, aanwijzingen voor soa, recent onderzoek van blaas of prostaat

Aanvullende vragen bij:

  • vrouwen met recidiverende urineweginfecties: drink- en plasgewoontes, residugevoel, seksueel actief zijn, relatie met coïtus, gebruik van condooms, pessarium en/of spermadodende middelen
  • zwangeren: zwangerschapstermijn, voortijdige weeën of toename van harde buiken
  • kinderen: buikpijn, braken, sufheid, verminderde groei, eerdere urineweginfecties en kweekresultaten, urineweginfecties bij ouders of broertjes/zusjes, aanwijzingen voor obstructie of een afwijkend plaspatroon

Lichamelijk onderzoek

Naar Volledige tekst ›
  • Vrouwen met recidiverende urineweginfecties (≥ 3 per jaar): buikonderzoek, inspectie genitale regio en vaginaal toucher
  • Mannen: buikonderzoek, inspectie en palpatie genitale regio, rectaal toucher bij vermoeden prostaathypertrofie
  • Kinderen: buikonderzoek en eventueel inspectie genitale regio 
  • Koorts of andere tekenen van weefselinvasie: klinische stabiliteit middels ABCDE-systematiek, buikonderzoek

Aanvullend onderzoek

Naar Volledige tekst ›
Urineonderzoek bij alle patiëntgroepen, met uitzondering van patiënten met een verblijfskatheter

Volg bij verdenking op een urineweginfectie op basis van anamnese en lichamelijk onderzoek het Stroomschema.

Stroomschema Urineonderzoek bij alle patiëntgroepen, met uitzondering van patiënten met een verblijfskatheter

 

  • 1 Verricht een kweek met resistentiebepaling in de volgende situaties:
    • Tweemaal therapiefalen bij een cystitis bij gezonde, niet-zwangere vrouwen
    • Eenmaal therapiefalen bij een cystitis bij kwetsbare ouderen
    • Cystitis bij patiënten die antibiotische profylaxe gebruiken i.v.m. recidiverende urineweginfecties
    • Cystitis bij patiënten uit een risicogroep, m.u.v. vrouwen met diabetes mellitus die verder gezond zijn en geen zieke indruk maken
    • Cystitis bij kinderen < 12 jaar
    • Urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie
  • ​​​​​​2 Verricht een sediment alleen bij patiënten ≥ 12 jaar. De dipslide is voor alle leeftijden geschikt. 
  • 3 Verricht een kweek met resistentiebepaling bij een aanhoudend vermoeden van een urineweginfectie, terwijl urinestick en dipslide of sediment negatief blijven.
Urineonderzoek bij patiënten met een verblijfskatheter
  • een urinestick kan alleen een urineweginfectie uitsluiten
  • verricht wel een kweek bij tekenen van weefselinvasie

Evaluatie

Naar Volledige tekst ›
  • Een cystitis is aangetoond bij een combinatie van urineweggerelateerde klachten met een positieve nitriettest, een positieve dipslide of een positief sediment.
  • Stel bij tekenen van weefselinvasie, al dan niet in combinatie met pijnlijke en/of frequente mictie, ook de diagnose urineweginfectie bij een positieve nitriettest of dipslide, of een positief sediment.
  • Stel bij patiënten met een verblijfskatheter de diagnose urineweginfectie alleen bij tekenen van weefselinvasie. Stel de diagnose op basis van anamnese en lichamelijk onderzoek en na uitsluiting van andere oorzaken.

Voorlichting

Naar Volledige tekst ›
  • Instrueer de patiënt bij verergering van klachten (koorts, algemeen ziek-zijn) direct contact op te nemen.
  • Gezonde, niet-zwangere vrouwen: 
    • leg uit dat cystitis veel voorkomt en kan recidiveren, vaak zonder duidelijke oorzaak
    • het betreft een hinderlijke, in principe onschuldige aandoening, die spontaan binnen 1 week kan genezen
    • bespreek de behandelingsopties: afwachtend beleid (eventueel met pijnstilling) of antibiotische behandeling (eventueel een uitgesteld recept). Een afwachtend beleid verhoogt het risico op een pyelonefritis met ongeveer 1,6% en wordt afgeraden voor patiënten die eerder een pyelonefritis hebben doorgemaakt 
    • adviseer bij recidiverende cystitis de volgende maatregelen: ruim drinken, blaas geheel leegplassen, bij aandrang de mictie niet uitstellen, lediging van de blaas post-coïtum en indien relevant: overweeg geen condooms/pessarium met spermadodende glijmiddelen te gebruiken
  • Risicogroepen: leg uit dat een urineweginfectie ernstig kan verlopen en een antibioticum noodzakelijk is.
  • Kinderen: geef bij aanwijzingen voor een afwijkend plaspatroon adviezen om het plaspatroon te normaliseren (zie  volledige tekst).

Medicamenteuze behandeling

Naar Volledige tekst ›

Zie   tabel 1.

Tabel 1. Medicamenteuze behandeling urineweginfectie

Patiëntgroep

Cystitis

Urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie

Gezonde, niet-zwangere vrouwen

  • 1e keus: nitrofurantoïne, 5 dagen, 2 dd 100 mg mga of 4 dd 50 mg
  • 2e keus: fosfomycine, eenmalig, 3 g, bij voorkeur voor de nacht
  • 3e keus: trimethoprim, 3 dagen, 1 dd 300 mg voor de nacht
  • 1e keus: ciprofloxacine, 7 dagen, 2 dd 500 mg
  • 2e keus: amoxicilline/clavulaanzuur, 10 dagen, 3 dd 500/125 mg
  • 3e keus: cotrimoxazol, 10 dagen, 2 dd 960 mg*

Overweeg indien uit de kweek blijkt dat de verwekker gevoelig is voor amoxicilline(/clavulaanzuur) of cotrimoxazol, het eerder (empirisch) gestarte antibioticum te stoppen en als 1e keus amoxicilline te starten met als 2e keus amoxicilline/clavulaanzuur of cotrimoxazol. 

bij katheter: idem, bij goede respons gedurende 7 dagen

Vrouwen met diabetes mellitus, een verminderde weerstand of afwijkingen aan de nieren of urinewegen

  • 1e keus: nitrofurantoïne, 7 dagen, 2 dd 100 mg mga of 4 dd 50 mg*
  • 2e keus: fosfomycine, eenmalig, 3 gram, bij voorkeur voor de nacht*
  • 3e keus: trimethoprim, 7 dagen, 1 dd 300 mg voor de nacht*

Zwangeren

  • 1e keus: nitrofurantoïne, 7 dagen, 2 dd 100 mg mga of 4 dd 50 mg*; gecontra-indiceerd > 38 weken
  • 2e keus: amoxicilline/clavulaanzuur, 5 dagen, 3 dd 500/125 mg

Verwijzing

Vrouwen met een katheter

N.v.t.

Zie gezonde, niet-zwangere vrouwen

 

Mannen

  • 1e keus: nitrofurantoïne, 7 dagen, 2 dd 100 mg mga of 4 dd 50 mg*
  • 2e keus: trimethoprim, 7 dagen, 1 dd 300 mg voor de nacht*
  • 1e keus: ciprofloxacine, 14 dagen, 2 dd 500 mg
  • 2e keus: amoxicilline/clavulaanzuur, 14 dagen, 3 dd 500/125 mg
  • 3e keus: cotrimoxazol, 14 dagen, 2 dd 960 mg*

Overweeg indien uit de kweek blijkt dat de verwekker gevoelig is voor cotrimoxazol het eerder (empirisch) gestarte antibioticum te staken en cotrimoxazol te starten. 

bij katheter: idem, bij goede respons gedurende 7 i.p.v. 14 dagen

Mannen met een katheter

N.v.t.

Zie mannen

Kinderen**

  • 1e keus: nitrofurantoïne, 5 dagen, 5 tot 6 mg/kg lichaamsgewicht in 4 giften; maximaal 200 mg/dag
  • 2e keus: amoxicilline/clavulaanzuur, 3 dagen, 50/12,5 mg/kg lichaamsgewicht in 3 giften, maximaal 1500/375 mg/dag in 3 doses
  • 1e keus: amoxicilline/clavulaanzuur, 10 dagen, < 40 kg: 50/12,5 mg/kg lichaamsgewicht in 3 giften; > 40 kg: 1500/375 mg/dag in 3 doses
  • 2 e keuze: cotrimoxazol, 10 dagen, 30/6 mg/kg/dag in 2 giften, max 1600/320 mg/dag
* Het betreft hier off-label gebruik.
** De medicatiekeuze en doseringen zijn conform het Kinderformularium (www.kinderformularium.nl(link is external)), hoewel de toepassing voor sommige leeftijden off-label is.
Open tabel

Aanpassing behandeling na kweek met resistentiebepaling

  • Overweeg aanpassing van de behandeling als de verwekker gevoelig is voor de volgende antibiotica: amoxicilline (1keus); amoxicilline/clavulaanzuur of cotrimoxazol (2e keus). Totale behandelduur: 10 dagen. Dosering: zie tabel 1.
  • Mannen met tekenen van weefselinvasie: overweeg aanpassing van de behandeling als de verwekker gevoelig is voor cotrimoxazol. Totale behandelduur: 14 dagen. Dosering: zie tabel 1.

Recidiverende urineweginfecties

Bespreek bij patiënten met ≥ 3 urineweginfecties per jaar de volgende opties:

  • Profylaxe met:
    • zelfzorgmiddelen: cranberrytabletten (2 dd 500 mg) of -drank (optimale dosering onbekend), D-mannose (optimale dosering onbekend). Evalueer na enkele maanden tot een jaar
    • vaginaal estr(ad)iol bij postmenopauzale vrouwen: estriolovules of -crème (1 dd 0,5 mg, na 2 weken afbouwen tot max. 0,5 mg 2-maal per week) of estradiol (1 dd 10 microgram, na 2 weken afbouwen tot max. 10 microgram 2-maal per week). Evalueer tenminste jaarlijks
    • antibiotica:
    • 1e keuze post-coïtum nitrofurantoïne: (50 tot 100 mg) of trimethoprim 100 mg (< 2 uur na iedere coïtus, max. 1 dd). Staken na 6-12 maanden
    • 2e keuze continu antibioticum: nitrofurantoïne (1 dd 50 of 100 mg) of trimethoprim (1 dd 100 mg), voor de nacht. Staak na 6-12 maanden
  • Zelfbehandeling: nitrofurantoïne 5 dagen, 2 dd 100 mg mga of 4 dd 50 mg of fosfomycine eenmalig 3 gram, bij voorkeur voor de nacht.

Controle bij cystitis

  • Alle patiëntgroepen:
    • instrueer contact op te nemen over de kweekuitslag i.v.m. mogelijke aanpassing antibiotica
    • herhaal urineonderzoek indien er geen duidelijke afname van de klachten is na 24 tot 48 uur na afloop van de antibioticumkuur
  • Gezonde, niet-zwangere vrouwen:
    • verricht opnieuw urineonderzoek bij klachten > 7 dagen met afwachtend beleid
    • verricht kweek met resistentiebepaling bij aanhoudende klachten na een 2e antibioticumkuur
  • Mannen: houd rekening met therapiefalen bij persisterende of toenemende klachten ondanks behandeling met nitrofurantoïne, zelfs als de kweekuitslag een gevoelig micro-organisme toont.
  • Kinderen: instrueer contact op te nemen indien de klachten ondanks antibiotica niet < 48 uur verbeteren.

Controle bij urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie

  • Instrueer de patiënt contact op te nemen indien < 48 uur geen verbetering optreedt, of eerder bij verergering van het ziektebeeld of zich ontwikkelende verwardheid (zie de NHG-Standaard Delier).
  • Kinderen < 2 jaar: verricht een echo van de urinewegen.

Verwijzing volwassenen

Overleg:

  • bij patiënten uit een risicogroep met recidiverende infecties
  • bij zwangeren met groep-B-streptokokken (GBS) in de urine (met verloskundige of gynaecoloog)

Verwijs:

  • gezonde, niet-zwangere vrouwen:
    • met frequent recidiverende urineweginfecties ondanks profylaxe
    • bij wie na staken van profylaxe i.v.m. bereiken van de maximale behandelduur opnieuw recidiverende urineweginfecties ontstaan én andere profylaxe niet wenselijk of effectief is
  • zwangeren met tekenen van weefselinvasie
  • patiënten met aanwijzingen voor onderliggende afwijkingen, zoals urineretentie, bemoeilijkte mictie, nier- of blaasstenen en tumoren in blaas of kleine bekken
  • mannen met > 1 urineweginfectie in betrekkelijk korte tijd
  • volwassenen met een pyelonefritis bij (vermoeden van of reeds bekende) nierstenen (zie NHG-Standaard Urinesteenlijden)
  • patiënten met een urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie, die ondanks antibiotica niet < 48 uur verbeteren
  • patiënten met een vermoedelijke sepsis

Verwijzing kinderen

Verwijs direct naar een kinderarts:

  • kinderen < 1 maand met koorts en kinderen van 1 tot 3 maanden met koorts zonder focus
  • kinderen met (vermoeden van) een urineweginfectie die ernstig ziek zijn en/of braken
  • kinderen die < 48 uur niet verbeteren ondanks antibiotica
  • niet-zindelijke kinderen bij wie een clean catch niet lukt en met een plaszakje een urineweginfectie niet kon worden uitgesloten (indicatie katheterisatie) 
  •  vermoeden op obstructieve pathologie of palpabele massa in de buik

Verwijzing naar een kinderarts binnen 6 weken is geïndiceerd bij:

  • 2 urineweginfecties, waarvan minimaal 1 met koorts
  • 3 urineweginfecties zonder koorts
  • urineweginfectie met een andere verwekker dan E. coli
  • kinderen >1 maand en < 2 jaar met een urineweginfectie met koorts en afwijkingen op de echo