De NHG-Richtlijnen website is ook als webapp beschikbaar.

Lees verder
NHG-Standaard

Maagklachten

NHG-werkgroep:
De Jongh E, De Wit NJ, Numans ME, Smeink P, Van der Weele GM, Wesseler GH.
Naar Volledige tekst ›

Spoedeisende klachten en symptomen

Naar Volledige tekst ›
  • Bloedbraken (hematemese) of melena
  • Aanhoudend braken
  • Ernstige buikpijn verergerend door beweging of vervoer, en/of koorts
  • Klachten na bariatrische chirurgie in de eerste weken (tot maanden) zoals:
    • acuut ontstane ernstige pijn of tachycardie en/of koorts en/of buikpijn
    • continu braken en pijn in epigastrio
  • Latere klachten na bariatrische chirurgie: zie volledige tekst standaard

Lichamelijk onderzoek bij spoedeisende klachten en symptomen

Naar Volledige tekst ›
  • Volg de ABCDE-methodiek
  • Bij een bloeding of veel braken: onderzoek circulatoire instabiliteit (bloeddruk, hartfrequentie, capillary refill) en de mate van dehydratie
  • Bij vermoeden van een perforatie van een ulcus: aanwijzingen voor peritoneale prikkeling (loslaatpijn, défense musculaire, koorts)

Beleid bij spoedeisende klachten en symptomen

Naar Volledige tekst ›
  • Verwijs met spoed bij:
    • circulatoire instabiliteit bij hematemese en/of melena (vermoeden van maagbloeding)
    • aanwijzing voor peritoneale prikkeling (vermoeden van een geperforeerde maagwand)
  • Overleg direct met de specialist en verwijs binnen 1 tot enkele uren bij:
    • hematemese of melena zonder circulatoire instabiliteit (vanwege kans dat dit alsnog ontstaat)
    • aanhoudend braken (vermoeden obstructie of risico dehydratie)
    • bariatrische ingreep in de voorgeschiedenis en spoedeisende klachten (risico perforatie)
  • Overleg op korte termijn bij latere klachten na bariatrische chirurgie: zie volledige tekst standaard
  • Adviseer de patiënt niets meer te eten en te drinken
Naar Volledige tekst ›

Anamnese

Naar Volledige tekst ›
  • Alarmsymptomen, suggestief voor maligniteit (soms indicatie spoedverwijzing, zie  Spoedbeleid):
    • hematemese, melena, anemie
    • aanhoudend braken
    • stoornis in of pijn bij voedselpassage, aanhoudend retrosternale pijn zonder aanwijzing voor cardiale oorzaak
    • ongewild gewichtsverlies
  • Aard van de klachten: zuurbranden, regurgitatie en pijn boven in de buik (invloed van voedsel), opgeblazen gevoel, snelle verzadiging, misselijkheid, braken
  • Ernst, duur en beloop van de klachten
  • Verandering defecatiepatroon, bloed bij de ontlasting
  • Factoren die maagklachten kunnen beïnvloeden:
    • (zelf)medicatie (zoals NSAID’s, bisfosfonaten, kaliumchloride, antibiotica, antidepressiva)
    • psychosociale problematiek
    • voedselintoleranties, alcohol, roken en overgewicht
    • intra-abdominale drukverhoging
  • Voorgeschiedenis:
    • eerdere klachten en (eradicatie)behandeling
    • (zelf)medicatie met antacida of zuurremmers
    • eerdere gastroduodenoscopie
    • H. pylori -status
    • recente ijzergebreksanemie
    • migratieachtergrond: mediterrane landen, Oost-Europa, Midden-Oosten, Azië, Afrika, Midden- en Zuid-Amerika (hogere H. pylori- prevalentie)

Lichamelijk onderzoek

Naar Volledige tekst ›
  • Inspectie huid, lippen of conjunctivae: aanwijzingen voor anemie
  • Onderzoek abdomen; inspectie, auscultatie, percussie en palpatie van de buik: uitsluiten andere pathologie
  • Rectaal toucher: bij vermoeden van melena of bloed bij de ontlasting

Aanvullend onderzoek

Naar Volledige tekst ›

Laboratoriumonderzoek

Naar Volledige tekst ›

Bij vermoeden van anemie: Hb-bepaling.

Test op Helicobacter pylori

Naar Volledige tekst ›
Indicaties
Naar Volledige tekst ›
  • Patiënten uit mediterrane landen, Oost-Europa, Midden-Oosten, Azië, Afrika, Midden- en Zuid-Amerika.
  • Persisterende of recidiverende maagklachten.
  • Controle na eradicatiebehandeling:
    • wegens aangetoond ulcus pepticum: altijd.
    • wegens (persisterende/recidiverende) maagklachten: bij aanhoudende maagklachten.
  • Chronisch PPI-gebruik bij patiënten zonder maagklachten indien H. pylori-status onbekend.
  • Overweeg een H. pylori -test voorafgaand aan PPI-gebruik bij vermoeden van langdurig gebruik.
Uitvoering
Naar Volledige tekst ›
  • Voorkeurstest: monoklonale fecestest (geen fecessneltest), eventueel een C-13-ademtest.
  • Voorwaarden: 4 weken geen antibioticum, 2 weken geen PPI, 1 dag geen H2-antagonist.

Gastroduodenoscopie

Naar Volledige tekst ›
  • Absolute indicatie: alarmsymptomen suggestief voor een maligniteit (zie  Anamnese)
  • Relatieve indicaties:
    • persisterende of recidiverende maagklachten bij een verhoogd risico op carcinoom (leeftijd > 50 jaar; mannen; roken, alcoholgebruik, dieet met weinig groente en/of veel vlees, achloorhydrie, H. pylori -infectie in de voorgeschiedenis, eerdere maagresectie, frequent heet drinken, achalasie, radiotherapie wegens mammacarcinoom, corrosief letsel, hoofd-halsmaligniteit)
    • overleg met de mdl-arts als een patiënt met maagklachten een eerstegraads familielid heeft met maagcarcinoom (ook over een eventueel consult door een klinisch geneticus)
    • gewenste diagnostische zekerheid. NB: een scopie ‘ter geruststelling’ stelt vaak niet gerust en kan mogelijk worden voorkomen door uitleg (zie   Thuisarts.nl(link is external))

Evaluatie

Naar Volledige tekst ›
  • Differentiaaldiagnostische overwegingen:
  • Onderscheid voor het te voeren beleid bij maagklachten:
    • Spoedeisende klachten of symptomen: (zie  Richtlijnen spoed)
      Alarmsymptomen suggestief voor een maligniteit (zie  Anamnese)
    • Maagklachten bij NSAID-gebruik.
    • Eerste episode van maagklachten: nooit eerder of > 1 jaar geleden klachten gehad
    • Persisterende (> 2-3 maanden) of recidiverende (< 1 jaar na het begin van een eerdere episode) maagklachten
    • Beleid na gastroduodenoscopie

Beleid bij maagklachten met alarmsymptomen voor maligniteit

Naar Volledige tekst ›

Verwijs op korte termijn voor gastroduodenoscopie.

Beleid bij maagklachten bij NSAID-gebruik

Naar Volledige tekst ›

Maagklachten bij noodzakelijk NSAID-gebruik

Naar Volledige tekst ›
  • Adviseer het NSAID met voedsel in te nemen
  • Bij ulcus in verleden en daarna geen negatieve H. pylori- controletest: H. pylori -test en eradicatiebehandeling bij positieve test
  • Bij maagklachten en indicatie voor preventie van maagcomplicaties: geef een PPI (zie  Behandelrichtlijn Preventie van maagcomplicaties door geneesmiddelgebruik)
  • Bij maagklachten: start met H2-antagonist, eventueel daarna PPI (zie  Stappenplan zuurremming bij maagklachten)
  • Controleer na 2 weken en handel volgens het stappenplan; bij onvoldoende effect hoge dosis PPI: heroverweeg diagnose en overweeg verwijzing

Beleid bij een eerste episode van maagklachten

Naar Volledige tekst ›

Voorlichting en niet-medicamenteuze behandeling

Naar Volledige tekst ›
  • Mijd voedingsmiddelen die klachten geven, bespreek indien relevant stoppen met roken en afvallen
  • Bespreek aanwezige psychosociale problematiek
  • Overweeg bij nachtelijke klachten een slaaphouding met hoofdeinde omhoog

Medicamenteus beleid eerste episode

Naar Volledige tekst ›
  • Ga na of medicatie (anders dan een NSAID) de maagklachten kan veroorzaken
  • Adviseer zuurremming volgens stappenplan (zie  Stappenplan zuurremming bij maagklachten)
    • houd bij de keuze rekening met eerdere (zelfzorg) zuurremmende medicatie en het effect daarvan op de klachten
    • streef naar medicatie uit de laagste stap, overweeg daarbij ‘zo nodig’-gebruik en spreek afbouw/stopmoment af
    • geef zo nodig uitleg over bijwerkingen (zie volledige tekst)

Stappenplan zuurremming bij maagklachten

Naar Volledige tekst ›
  • Geef een antacidum, zoals algeldraat/magnesiumhydroxide: 4 dd 1 kauwtablet 200/400 mg of 4 dd 10–15 ml suspensie 40/20 mg/ml, 1 uur na elke maaltijd en voor het slapengaan. 
    • bij ernstige klachten: verdubbel de dosering van het antacidum, of gebruik iedere 2 uur aanvullende doses van de suspensie
    • tweede keus is sucralfaat (mucosaprotectivum) granulaat of suspensie: 4 dd 1 g, voor de maaltijden en voor het slapengaan
  • Vervang bij onvoldoende effect na 2-4 weken door een H2-antagonist: 
    • famotidine 1 dd 40 mg of 2 dd 20 mg of cimetidine 1 dd 800 mg of 2 dd 400 mg 
  • Vervang bij onvoldoende effect na 2-4 weken door een PPI in standaarddosis: 
    • overweeg voor start met PPI H. pylori diagnostiek bij vermoeden van langdurig gebruik
    • omeprazol caps 1 dd 20 mg (eerste keus) of esomeprazol 1 dd 20 mg of pantoprazol 1 dd 40 mg
    • geef bij onvoldoende effect deze dosis 2 dd; indien dan nog onvoldoende effect: verdubbel de dosis van beide giften
    • bij chronisch gebruik kennen PPI’s meer bijwerkingen en een groter rebound effect dan H2-antagonisten
    • Spreek bij start van PPI af dat bij goed effect na 4 weken een stop-/afbouwmoment volgt (zie  Afbouwschema). 

Bij negatieve H. pylori test in eerste episode van maagklachten

Bij positieve H. pylori-test in eerste episode van maagklachten

Naar Volledige tekst ›

Beleid bij persisterende of recidiverende klachten

Naar Volledige tekst ›
  • Heroverweeg de diagnose maagklachten en ga na of er spoedverwijsindicaties of alarmsymptomen zijn: zie  Evaluatie
  • Verricht een H. pylori-test tenzij bekend is dat de patiënt H. pylori-negatief is

Bij positieve H. pylori-test bij persisterende of recidiverende klachten

Naar Volledige tekst ›

Zie H. pylori-eradicatie: medicatie en controle.

Bij negatieve H. pylori-test bij persisterende of recidiverende klachten

  • Overweeg gastroduodenoscopie (zie  Gastroduodenoscopie)
  • Bij ontbreken van indicaties voor gastroduodenoscopie: geef voorlichting om onnodige onrust weg te nemen; behandel de klachten als somatisch onvoldoende verklaard (zie   NHG-Standaard Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten (SOLK)
  • Behandel bij klachten volgens het stappenplan (zie Stappenplan zuurremming bij maagklachten)
  • Instrueer de patiënt contact op te nemen bij nieuwe klachten of verergering van het klachtenpatroon

Beleid na positieve H. pylori-test

Naar Volledige tekst ›
  • Geef een eradicatiebehandeling gevolgd door 4 weken esomeprazol: 
    • geef 1 week esomeprazol 2 dd 20 mg (NB: 2 dd), amoxicilline 2 dd 1000 mg (bij penicillineallergie: metronidazol 2 dd 500 mg) en claritromycine 2 dd 500 mg
    • volg regionale afspraken over andere antibioticumkeus of gebruiksduur als deze bestaan
    • continueer aansluitend esomeprazol 1 dd 20 mg (NB: 1 dd) gedurende 4 weken
  • Stop de esomeprazol na deze 5 weken. Verricht bij aanhouden klachten 2 weken daarna een H. pylori-test. Behandel eventuele klachten met antacidum, mucosaprotectivum of H2-antagonist
  • Bespreek: mogelijke oorzaken van de klachten, het doel van de eradicatiebehandeling en van nabehandeling met esomeprazol, waarom eradicatie soms de klachten niet wegneemt, het stoppen van esomeprazol na 4 weken en de eventuele hertest 2 weken daarna
  • Als bij controle op eradicatie H. pylori nog aanwezig is: geef een langer durende eradicatiebehandeling met metronidazol en hogere dosis amoxicilline gedurende 2 weken: 
    • esomeprazol 2 dd 20 mg, amoxicilline 3 dd 1000 mg en metronidazol 2 dd 500 mg 
    • volg regionale afspraken over andere antibioticumkeus of gebruiksduur als deze bestaan 
    • aansluitend esomeprazol gedurende 4 weken is niet nodig als de klachten zijn verdwenen
    • controleer daarna weer op H. pylori
  • Overleg met de microbioloog en/of mdl-arts in geval van een positieve H. pylori-uitslag na een tweede eradicatiebehandeling en in geval van amoxicillineallergie bij een positieve H. pylori-uitslag na een eerste eradicatiebehandeling

Beleid na gastroduodenoscopie

Naar Volledige tekst ›
  • Niet-erosieve bulbitis of duodenitis, niet-erosieve gastritis, hiatushernia (hernia diaphragmatica), gastro-oesofageale prolaps of insufficiënte gastro-oesofageale overgang vormen geen verklaring voor de klachten en hebben geen consequenties voor het beleid bij maagklachten
  • Overleg met een mdl-arts bij gastroduodenoscopische diagnoses als achalasie, oesofagusvarices, candida-oesofagitis, poliepen, benigne tumoren, divertikels, hypertrofische gastropathie (ziekte van Ménétrier) en corpus alienum

Oesofagitis

Naar Volledige tekst ›
  • Bij oesofagitis graad A/B: 
  • Bij oesofagitis graad C/D: geef levenslang een onderhoudsbehandeling met een PPI in standaarddosering; overleg met de mdl-arts over de noodzaak van een controlescopie na 8-12 weken en over de verdere controles
  • Bij barrettoesofagus: volg het advies van de mdl-arts

Ulcus duodeni

Naar Volledige tekst ›

Geef een H. pylori-eradicatiebehandeling en controleer daarna op eradicatie (zie  Beleid na positieve H. pylori-test)

Ulcus ventriculi

Naar Volledige tekst ›
  • Verricht een H. pylori-test indien nog niet verricht, en behandel zo nodig (zie  Beleid na positieve H. pylori-test)
  • Bij H. pylori-negatieve ulcera: behandel gedurende 4 weken met een PPI in standaarddosering (zie  Stappenplan zuurremming bij maagklachten)
  • Laat altijd een controlescopie verrichten om een carcinoom uit te sluiten (8 weken na de start van een geslaagde eradicatiebehandeling)

Erosieve gastritis of bulbitis

Naar Volledige tekst ›

Geen verklarende bevinding bij gastroduodenoscopie

Naar Volledige tekst ›
Beleid bij refluxklachten (zuurbranden en regurgitatie)
Naar Volledige tekst ›
  • Stem voorlichting en advies af op persoonlijke factoren (psychologische factoren, voedsel en leefstijl)
  • Geef medicatie volgens het stappenplan (zie  Stappenplan zuurremming bij maagklachten) en spreek een periodieke afbouwpoging af (zie  Afbouwschema)
  • Overweeg verwijzing naar een mdl-arts als ≥ 12 weken gebruik van de dubbele dosis PPI onvoldoende helpt
Beleid bij andere maagklachten dan refluxklachten
Naar Volledige tekst ›
  • Ga na of er sprake is van psychiatrische problematiek of psychosociale problemen en behandel zo nodig
  • Overweeg als somatische en psychische of psychiatrische aandoeningen zijn uitgesloten een benadering zoals beschreven in de  NHG-Standaard Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten (SOLK)
  • Overweeg bij een gemotiveerde patiënt met langdurende maagklachten (zonder verklarende bevinding bij gastroduodenoscopie of aanwijzing voor psychiatrische aandoening verwijzing naar een psycholoog of poh-ggz
  • Informeer de patiënt over het waarschijnlijk chronische beloop en de beperkte therapeutische opties
  • Medicamenteus beleid:
    • continueer medicatie volgens het stappenplan (zie  Stappenplan zuurremming bij maagklachten) bij voldoende effectiviteit 
    • bespreek het nut van periodieke afbouwpogingen (zie  Afbouwschema)
    • bespreek met patiënt, als de klachten na volgen van het hierboven beschreven niet medicamenteuze beleid blijven bestaan, en veel last geven en PPI’s onvoldoende werken, een proefbehandeling met een tricyclisch antidepressivum (offlabel) (zie volledige tekst)
    • geef domperidon alleen bij ernstige misselijkheid en maximaal 1 week (max. 3 dd 10 mg)

Verwijzing

Naar Volledige tekst ›
  • Verwijs voor gastroduodenoscopie of consulteer mdl-arts bij alarmsymptomen voor maligniteit of bij spoedverwijsindicaties
  • Verwijs naar een mdl-arts:
    • bij therapieresistente refluxklachten bij > 12 weken gebruik van de dubbele dosis PPI
    • bij een gastroduodenoscopisch aangetroffen carcinoom of barrettoesofagus
  • Overweeg verwijzing naar een psycholoog of POH-ggz bij een gemotiveerde patiënt met functionele maagklachten
  • Verwijs naar een bedrijfsarts als maagklachten (mede) zijn ontstaan of in stand worden gehouden door het werk

Stoppen of minderen van chronische medicatie bij maagklachten

Naar Volledige tekst ›

Vooraf

Naar Volledige tekst ›
  • Sluit uit dat er een indicatie voor langdurig gebruik is (maagbescherming, zollinger-ellisonsyndroom, barretoesofagus, oesofagitis graad C/D)
  • Bij onbekende H. pylori- status: verricht diagnostiek en behandel zo nodig (zie  Beleid na positieve H. pylori-test)

Voorlichting

Naar Volledige tekst ›

Bespreek:

  • het spontane verloop van maagklachten: vaak verdwijnen ze en is medicatie niet nodig
  • de voordelen van stoppen of minderen van zuurremmers en de nadelen van chronisch PPI-gebruik (zie  Achtergronden)
  • de mogelijkheid van reboundklachten en het nut van antacida daarbij 
  • de mogelijkheid van ‘zo nodig’-gebruik van zuurrremmer bij recidiverende klachten 
  • dat antacida en H2-antagonisten daarbij sneller werken dan PPI’s

Afbouwschema

Naar Volledige tekst ›
  • Halveer de dosis PPI (of H2-antagonist) elke week tot 1 dd een halve standaarddosis (zie  Stappenplan zuurremming bij maagklachten)
  • Stop na 1 week helemaal
  • Bij klachten tijdens afbouwen of na stoppen: adviseer zo nodig gedurende 3 weken een antacidum te gebruiken en dit daarna te stoppen
  • Adviseer bij hinderlijke recidiverende klachten ondanks adequate dosering van antacidum ‘zo nodig’-gebruik van een H2-antagonist gedurende 1 maand. Adviseer daarna te stoppen en weer uit te komen met een antacidum